25
77
1,68
30
86
1,68
35
95
1,69
40
104
1,69
45
113
1,70
50
122
1,71
55
131
1,72
60
140
1,72
65
149
1,73
70
158
1,74
75
167
1,76
80
176
1,77
85
185
1,78
90
194
1,79
95
203
1,81
Gedurende de kalibratie zal het instrument de pH-waarde bij 25 °C weergeven.
RELATIEVE MV-KALIBRATIE
• Druk op CAL wanneer het toestel in de relatieve mV-meetstand staat. De relatieve temperatuur en mV
worden op het scherm aangeduid.
• Gebruik de pijltoetsen indien je de weergegeven relatieve mV-waarde wenst te veranderen.
• Wanneer de waarde stabiel is in mV-meetbereik en de relatieve mV is binnen de offsetmarges
(±2.000 mV) zal de CFM-toets op het scherm verschijnen.
• Druk op CFM om de relatieve mV-kalibratie te bevestigen. Het toestel zal de gekalibreerde waarden
opslaan en terugkeren naar de meetstand.
• Wanneer de absolute mV-waarde buiten het meetbereik ligt of de relatieve mV-waarde buiten de offset-
marges ligt, zal het bericht
18
4,01
6,86
7,01
4,02
6,85
7,00
4,03
6,84
6,99
4,04
6,84
6,98
4,05
6,83
6,98
4,06
6,83
6,98
4,08
6,84
6,98
4,09
6,84
6,98
4,11
6,84
6,99
4,12
6,85
6,99
4,14
6,86
7,00
4,16
6,87
7,01
4,17
6,87
7,02
4,19
6,88
7,03
4,20
6,89
7,04
WRONG RELATIVE OFFSET
9,18
10,01
12,45
9,14
9,96
12,29
9,11
9,92
12,13
9,07
9,88
11,98
9,04
9,85
11,83
9,01
9,82
11,70
8,99
9,79
11,57
8,97
9,77
11,44
8,95
9,76
11,32
8,93
9,75
11,21
8,91
9,74
11,10
8,89
9,74
11,00
8,87
9,74
10,91
8,85
9,75
10,82
8,83
9,76
10,73
op het scherm verschijnen