stokgeleiding steekt, anders zal de olie-
peilmeting niet correct zijn.
12. Controleer het oliepeil opnieuw met de
peilstok om na te gaan of het peil tot er-
gens tussen de bovenste en de onderste
peilmarkering komt. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer als het oliepeil buiten de
gespecificeerde limieten valt.
1
1. Oliepeilstok
2. Bovenste peilmarkering
3. Onderste peilmarkering
13. Start de motor en ga na of de waarschu-
wingslamp voor een te lage oliedruk uit
blijft. Controleer ook of er geen olielek-
ken te bespeuren zijn. OPGELET: Als
het waarschuwingslampje voor lage
oliedruk aangaat of als er olielekken
zijn, dient u de motor uit te schakelen
en op zoek te gaan naar de oorzaak.
Wanneer u de motor blijft gebruiken
zonder eerst het probleem te verhel-
pen, kan hij ernstig beschadigd ra-
ken. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
als u het probleem niet kunt lokalise-
ren en oplossen.
14. Doe LOCTITE 572 op de schroefdraad
van de bouten en schroef en breng ver-
volgens de beschermkap aan.
NOTA:
LOCTITE 572 wordt gebruikt als een pak-
king.
2
3
ZMU07753
[DCM01622]
15. Installeer de motorkap.
16. Ruim gebruikte olie op volgens de plaat-
selijk geldende voorschriften.
NOTA:
●
Voor verdere informatie over het opruimen
van gebruikte olie, raadpleeg uw Yamaha-
dealer.
●
Ververs de olie vaker wanneer u de motor
onder ongunstige omstandigheden ge-
bruikt, zoals langdurig stapvoets varen.
DMU29114
Inspecteer bedrading en aansluit-
stukken
●
Inspecteer dat elk aansluitstuk stevig is
aangesloten.
●
Inspecteer dat elke massakabel stevig
vastzit.
Onderhoud
ZMU07779
84