3.2
Vergroten van de bewegingsvrijheid tijdens het zitten
U kunt de bewegingsvrijheid van het systeemgewricht met de bedienings
hendel met 34° vergroten om uw voetspieren tijdens het zitten te kunnen
ontspannen of om de orthese aan of uit te trekken. Ga hiervoor als volgt te
werk:
1 Haal de bedieningshendel tijdens het zitten naar boven over.
2 Voer met uw onderbeen afwisselend minimale voorwaartse en
achterwaartse bewegingen uit om het veiligheidsmechanisme te
deactiveren (afb. 2).
3 Zet de voorvoet neer, totdat de zool de grond over het hele vlak raakt
(afb. 4).
4 Haal de bedieningshendel naar beneden over, voordat u opstaat. Schuif uw voet hiervoor naar voren of naar
achteren om de enkelgewrichtshoek weer zo in te stellen dat deze bij de door uw gekwalificeerde specialist
in orthopedische techniek ingestelde ortheseopbouw past. Zorg er hierbij voor dat de luchtbel van de
waterpas in het midden uitgelijnd is (afb. 3).
Gebruik deze instelling alleen voor het aanpassen van de hoek van het enkelgewricht evenals bij het
zitten en voor het aan en uittrekken van de orthese. De instelling is niet geschikt om te lopen, rennen of
fietsen, omdat de functionaliteit van de orthese in deze instelling opgeheven is en deze u niet de nodige
veiligheid biedt. Bovendien kan het hydraulische systeem van het systeemgewricht zo worden beschadigd.
3.3
Aanpassen van de enkelgewrichtshoek tijdens het traplopen
U kunt de enkelgewrichtshoek met behulp van de bedieningshendel aan
passen, zodat u met de orthese gemakkelijker een trap op of af kunt lopen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1 Plaats het been met de orthese op de eerste traptrede (afb. 5).
2 Positioneer het been zonder orthese op de grond vlak vóór de eerste trede.
3 Haal de bedieningshendel naar boven over.
4 Voer met uw onderbeen afwisselend minimale voorwaartse en
achterwaartse bewegingen uit om het veiligheidsmechanisme te
deactiveren (afb. 2).
5 Buig uw onderbeen zo ver naar voren totdat het midden van uw knie
zich boven de punt van uw voet bevindt (afb. 5).
6 Haal de bedieningshendel naar beneden over.
Ga voor afwisselend traplopen te werk zoals beschreven in de stappen 16. Ga in de juiste positie staan voor
de instelling via de bedieningshendel, door de eerste trede af te dalen, om te draaien en het been met orthese
op de bovenste trede te plaatsen.
8
Afb. 4
Afb. 5