Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer het contact
aanstaat, branden
de
verklikkerlampjes voor
de
oliedruk
(4
in
afb. 5),
voor de laadstroom (7
in afb.
5) en,
indien de
parkeerrem
aan staat, ook het
verklikker-
fampje
(5 in
afb.
5)
hiervan
.
Zodra
de
motor
draait, dooft
het
laadstroomverklikkerlampje
en
wanneer
de
minimum
oliedruk
is
opge-
bouwd ook het
oliedrukverklikkerlampje.
VERKLIKKERLAMPJES
Op het
instrumentenbord bevinden zich
o.a.
vijf rood gekleurde verklikkerlampjes
op
éen
rij
(4t/m
I
in afb. 5)
welke
bij ingeschakeld
con-
tact, de volgende betekenis
hebben:
1.
Controle
dat
er
geen
of
onvoldoende
smeeroliedruk van de motor
is.
2.
Controle dat de parkeerrem aan
staat.
3.
Controle
dat
het filter
van de
luchtinlaat
van
de
motor moet worden gereinigd
bij
de
eerstvolgende onderhoudsbeurt
van
het voertuig.
4.
Controle
dat
het contact
"aan"
staat
en
de accu's niet door de
dynamo
worden
.
geladen.
5.
Controle
dat de
temperatuur
van
het
motorkoelwater
te
hoog
is
(boven
ca.
95'C).
I
OLIEDRUKMETER
De
oliedrukmeter
(3 in afb. 5)
geeft
de
druk van
het
oliesmeersysteem.
De
schaalverdeling
foopt
van
0 tot 10
kg/cmz.
De
meter werkt
alleen, wanneer het contact
"aan"
staat.
TEMPERATUURMETER
De
temperatuurmeter
(9 in
afb.
5)
geeft
de
temperatuur van het motorkoelwater aan.
De
schaalverdeling loopt
van 40
tot
120"
C.
De
meter werkt alleen
wanneer
het contact
"aan"
staat.
BRAN
DSTOFVOOR RAADM
ETE R
Deze
(1
I
in
afb.
5)
geeft
bij
benadering
de
aanwezige voorraad gasolie in de brandstof-
tank aan. De
rneter
werkt
alleen
wanneer
het
contact
"aan"
staat.
LUCHTDRUKMETER
Omdat de
voor-
en achterwielen een apart en
volkomen gescheiden
luchtleidingsysteem
hebben
,
zijn
in
de luchtdrukmeter
(2O
in
afb.
5)
twee wijzers aanwezag,welke
de druk in
de
luchtvoorraadketels
aangeven.
Hg!
lossen
van de
parkeerrem geschiedt
door lucht
af-
komstig
uit
de voorraadketel, welke via de
be-
drijfsrem
de
voorwielremmen bedient. Wan-
neer de druk in
de
ketels
te
laag is gaat
een
zoemer, zodra het contact
"aan"
staat.
VE
R
LIC HTI
NG
SSCHAK
E
LAAR
Door de
knop
(1
1
in
afb. 5)
in
de
eerste stand te
drukken, worden
de
stadslichten ingescha-
keld;
door
deze
in
de
tweede stand
te
drukken,
worden
de
dim-
of
grootlichten ingeschakeld
al
naar
gelang
van de stand van de
groot-
dimlichtschakelaar.
I
NSTRU
M
ENTE
N
BO
RDVER
LICHTING
Wanneer de hierboven genoemde
schakelaar
in de
eerste
of
tweede
stand staat, kan
de
verlichting van
het
instrumentenbord branden,
wanneer
de
schakelaar
(1
3 in
afb. 5)
wordt
ingedrukt.
R
ICHTI
NG KN
I
P
PE
R
LICHTSC
HAKE
LAAR/
DIMSCHAKELAAR
Door
de
hendel,
welke
zich
links tegen
de
stuurkolom bevindt
naar
voren
te
bewegen,
worden
de
rechter knipperlichten
in
werking
gesteld en
wanneer
deze
naar achteren
wordt
Advertenties
Inhoudsopgave
