Inhoudsopgave
Advertenties
Hiermede
wordt bereikt,
dat vocht,
hetwelk
zich nu eenmaal in lucht
bevindt,
en in
de
luchtketels na langdurige stilstand van de mo-
tor tot
water condenseert, kan worden
afge-
tapt.
OPMERKING:
Wanneer de motor draait
en
er behoeft met de
wagen niet
direct
te worden weggereden,
zel
dan
de motor at door de
stopmanette
naar
beneden
te
drukken.
Het onnodig
onbelast
draaien
is niet
bevorderliik voor de motor, daar
dan een
te
lange
tiid nodig
is
om op bedriifs-
temperatuur
te
komen. Vermijd ook het statio-
nair draaien bij
het
wachten vóór afsluitbomen
of
voór
of op
veerponten. Bovendien
voorkomt
dit onnodige
luchtverontreiniging.
STARTEN ONDER KOUDE
WEERSOM-
STANDIGHEDEN
Tijdens koude
weersomstandigheden
wordt
het
starten vergemakkelijkt
door
middel
van
een
koudstartin richting.
De
bediening
hiervan bevindt
zich
in het
con-
tactslot.
Wanneer
men door stand
"C"
draait
(voor-
gloeien), wordt tegelijkertijd langs
electrische
weg de koudstartinrichting aan de
brandstof-
pomp
in
werking gesteld, welke
zichonmiddel-
f
ijk
buiten werking stelt,
zodrade
motor draait.
12
RIJDEN
Alvorens weg
te
rijden controleer
eerst:
1
.
De
banden
of
deze
op de juiste
span-
ning zijn
en
of
deze eventueel
ztin
beschadigd.
2.
De verlichting, stoplichten,
richtingaan-
wijzers en
klaxon.
3.
De koppeling van een eventuele
aan-
hangwagen.
4.
Dat de
bestuurderszitplaats
in
de voor de
betreffende bestuurder
goede
stand
staat.
5.
Dat
de
buitenspiegels, gezien
vanaf
de
bestuurderszitplaats
in de
juiste
stand
staan.
6.
Of de
wijzers
van de
luchtdrukmeter
minstens
5
kg/cmz
aangeven
en
de zoe-
mer opgehouden heeft met
zoemen.
Waarschuwing:
Daar
dit
voertuig
is
uitgerust
met
lucht-
druk bediende mechanische remmen kan
er, wanneer geen of onvoldoende
lucht-
druk
in de
voorraadketels aanwezig
is,
met
de
voetrem VOLSTREKT
niet
worden geremd, dus
ook niet met
een
vergrote kracht
op
het
rempedaal.
7.
Dat
de
knop
van de parkeerrem
omhoog
is
getrokken.
Na
vorengenoemde
punten
te
hebben
gecon-
troleerd
en
de
motor
draait,
kan
worden weg-
gereden.
SCHAKELEN
Met behulp
van
de versnellingshendel wordt
de
hoofdversnellingsbak bediend
en
met
be-
hulp van
de
rode
schakelknop
(afb. 13)
de
voorschakelbak, welke in de versnellingsbak
is
ingebouwd.
Advertenties
Inhoudsopgave
