Inhoudsopgave
Advertenties
De
versnellingsnendel
heeft
5
standen
be-
staande uit vier versnellingen vooruit en
één
achteruit (R) (afb.
14).
De rode schakelknop heeft
2
standeh,
t.w.:
de
INGEDRUKTE stand, welke
overeenkomt
met een overbrenging, welke op de weg
ver-
houdingsgewijs
een
LAGE SNELHEID
geeft
bij een
GROTE TREKKRACHT
bii een
be-
paald
toerental van de motor
(hier
te
noemen
overbrenging
L);
de
UITGETROKKEN stand,
welke
overeen-
komt met een overbrenging, welke op de weg
verhoudingsgewijs
een
HOGE
SNELHEID
geeft bij een KLEINE TREKKRACHT bij
dat-
zelfde toerental van de motor (hier
te
noemen
overbrenging
H).
De voorschakelbak schakelt alleen, wanneer
het koppelingspedaal GEHEEL is
ingetrapt.
Afle versnellingen zowel van de hoofdversnel-
f
ingsbak als
van de
voorschakelbak zijn ge-
synchronisee
rd,
zodat geen gebruik behoeft te
worden gemaakt
van de
dubbele ontkoppe-
lingsmethode en
tussengas.
Men dient
er
steeds
naar
te streven
het
motor-
toerental
tussen
1400
en
2400 omw/mn.
te
houden.
De
hoofdversnellingsbak
kan
uiteraard wor-
den
bediend, zonder van de voorschakelbak
gebruik
te
maken.
Om echter
de
motor
zo
goed
mogelijk te benutten, is het aan te beve-
len tevens de voorschakelbak te
gebruiken.
Voorbeeld
van
wijze van
schakelen:
a.
OPSCHAKELEN.
Van 1L naar
1H
Schakef
knop
uittrekken.
Koppelingspedaal GEHEEL
intrappen
(gaspedaal even
los)
Koppelingspedaaf
op.
Van 1H
naar2L:
Schakelknop
indrukken
Koppelingspedaal
G
E
HEEL
intrappen
(gaspedaal even
los)
Versnellingshendel
van
1
in
2
brengen.
Koppelingspedaal
op.
b.
TERUGSCHAKELEN
Van
4H
naar 4L
Schakelknop
indrukken
Koppefingspedaal GEHEEL
intrappen.
Koppefingspedaal
op (daarbij
gaspedaal
iets meer
intrappen)
Van
4L
naar
3H:
Schakelknop
uittrekken.
Koppefingspedaaf
GEHEEL
intrappen.
Versnellingshendel van
4
in
3
brengen.
Koppelingspedaal
op
(daarbij
gaspedaal
iets meer
intrappen).
De
overige versnellingen geschieden op
over-
eenkomstige wtize.
Ter toelichting zij vermeld dat de 4L versnel-
f
ing
een
zgn
"prise-direct"
is
en de 4H
versnel-
ling een zgn. "overdrive".
REMMEN
Tijdens
het
rijden kan
het
noodzakelijk zijn, dat
de
snelheid
van
het voertuig plotseling sterk
moet worden verminderd. Hiervoor
geeft
de
voetrem,
welke
op
alle wielen werkt,
het
meeste
effect.
Wanneer
de snelheid
maar geleidelijk
moet
worden verminderd of slechts even moet
wor-
den
bijgeremd,
kan
het beste
worden
gebruik
gemaakt van de uitlaatrem, door het intrappen
van de uitlaatremknop met de
linkervoet.
13
1
f,'A
Advertenties
Inhoudsopgave
