Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DAF SB 1602 Instructieboekje pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

{
I
r
f
I
I
{
SMEEROLIEDRUK
Gedurende
het
rijden
is
het
zeer
belangrijk, dat
de gedragingen van
de
motor en de luchtdruk
in de ketels aan de hand van de instrumenten
op het
instrumentenbord
worden
gecontro-
f
eerd
.Zodrawordt
geconstateerd, dat
het
rode
oliedrukverklikkerlampje
brandt, kan
dit
een
teken
zijn
dat de smeeroliedruk
is
weggeval-
len. Om er zeker
van
te zijn dient ook de
olie-
drukmeter te worden
gecontroleerd.
fs
de
hierop aangewezen druk beneden
het
minimum gedaald, ZET DAN ONMIDDELLIJK
DE
MOTOR AF.
INRIJDEN-
Het
is
bij het
laten inlopen van
de
motor van het
grootste belang
om
bij welke snefheid
dan
ook
-
deze niet zwaar te belasten, met andere
woorden,
het
werk gemakkelijk
en licht
te laten
doen.
Schakel
daarom
niet
te vroeg
naar een
hogere versnelling
en niet te laat naar
een
lagere. Een betrekkelijk hoog
toerental
is lang
niet zo schadelijk als
overbelasting
bij een la-
ger
toerental.
Het
verdient wel aanbeveling het
toerental te
variéren.
Aangeraden
wordt om
vooral gedurende
de
eerste 1.500
km
het
voertuig niet onder
volle
belasting te rijden.
Na
ongeveer 5.000
km
kan
de
motor als ingedraaid worden
beschouwd.
Bovenstaande geldt niet alleen voor de motor,
doch evenzeer voor versnellingsbak,
achter-
assen
en
remmen, waarvoor
een
inlooppe-
riode ZEER bevorderlijk
is.
Vanzelfsprekend
geldt
dit ook
wanneer
een
gerevideerde motor, versnellingsbak of diffe-
rentieel
is
ingebouwd.
SLEPEN
Indien
het voertuig over een grote
afstand
(meer
dan ca.
10
km)
moet
worden
gesleept,
verdient
het
aanbeveling
om de
verbinding
van
de aandrijfas
met
het differentieel los
te
maken; e.e.a. ter voorkoming
van
inwendige
beschadiging van de
versnellingsbak.
In verband met het feit,
dat de
parkeerrem
alleen vrijkomt wanneer
er
voldoende
lucht-
druk
in
de
luchtketels
is,
zal,
wanneer
het
voer-
tuig
moet worden gesleept,
de
motor
niet
draaien waardoor
er
meestal geen
of
onvol-
doende luchtdruk
in
de ketels aanwezig
is.
Om
de achterwielremmen toch te kunnen
lossen,
dient
het
volgende te
geschieden:
Plaats stopblokken achter de wielen.
Verwij-
der de stofkap van
beide
veerremcilinders
bij
de
achtenryielen
(afb. 15).
Draai
met
behulp
van een 22 mm pijpsleutel de
bout
van
beide
veerremcilinders, linksom,
totdat geen
druk
meer op
de
bout wordt
gevoeld.
Daarna kan de wagen worden
gesleept.
Attentie: aangezien
in
zo'n geval
absoluut
geen remmen
op
het
voertuig aanwezig zijn,
mag
het
slepen
NIET met
een SLEEPKABEL
geschieden,
doch
UITSLUITEND
met
een
TREKSTANG.
Wanneer
het
slepen
is
beéindigd, de storing
is
opgeheven en
er
weer
voldoende
luchtdruk
in
de ketels aanwezig
is, kan de
parkeerremknop
weer worden
uitgetrokken
(rijstand!).
Direct
daarna moet met de pijpsleutel de bout weer
helemaal
worden
ingeschroefd
en dan
de
stofkap weer worden
aangebracht.
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave