Inhoudsopgave
Advertenties
11.
FILTER
VAN
DRUKREGELAAR/OLIE-
WATERAFSCHEIDER
VAN
LUCHT-
DRUKSYSTEEM
REINIGEN
1
2.
FILTE
R
CARTERVENTILATIE
RE IN
IGEN
Het
filter bevindt zich
in
de olievuldop op
het
kleppendeksel en moet als volgt worden ge-
reinigd:
De vuldop
in
zijn
geheel in schone
dieselolie
uitspoelen en goed
uitslaan.
De vuldop onderdompelen
in
schone
motor-
olie en wederom goed
uitslaan.
13. BRANDSTOFTANK REINIGEN
(afb. a3)
Verwijder de acht boutjes
en
verwijder de
zeef
uit de
tank.
Reinig
de zeef en de
tank.
14. REMMEN: afstellen, werking
controle-
ren,
capaciteit compressor
controle-
ren.
Voor afstelling zie Remafstelling
blz.22
15.
ALLE VAN BUITEN BEREIKBARE
BOU.
TEN EN MOEREN
NATREKKEN
Trek de veerstroppen na bij
belaste wagen.
16.
ALLE LEIDINGEN, PIJPEN
EN
SLANGEN
CONTROLEREN
17.
OLIENIVEAU
VERSNELLINGSBAK
CONTROLEREN
Plaats
het
voertuig
horizontaal.
Laat de olie na een lange
rit
eerst zakken
en
afkoelen.
De olie moet
reiken
tot de
niveauopening.
Vul zonodig bij via
de
niveauopening.
Gebruik altijd olie van hetzelfde merk
en
type.
18. OLIENIVEAU ACHTERAS CONTROLE-
REN
D
iffe
re nti
ee
|
:
voo
r
we
rkwijze
zie
v
ersn
el
I
i
n
gs-
bak
Oliesoort: zie Technische Gegevens blz.
6.
19. SPORING
CONTROLEREN
20. KOPIAMPEN,
AFSTELLING CONTRO-
LEREN
21
. KLEPSPELING
CONTROLEREN
Klepspeling
controle
en afstelling bij
koude
motor (zie Technische Gegevens. blz.
a)
22. WIELLAGERSPELING
CONTROLEREN
23. REMVOERING DIKTE
CONTROLEREN
De dikte
van de
remvoering kan worden ge-
controleerd
via de
openingen
(afb.
44)
in
de
remankerplaat.
28
Advertenties
Inhoudsopgave
