Opbouw en werking
5.3
Bedieningsterminal AMATRON 3
De AMATRON 3 bestaat uit de bedieningstermi-
nal (Fig. 48), de basisuitrusting (kabel- en beves-
tigingsmateriaal) en de jobcomputer van de ma-
chine.
Bevestig de bedieningsterminal aan de hand van
de bedieningshandleiding van AMATRON 3 in de
tractorcabine.
64
Fig. 48
Via de bedieningsterminal Fig. 48 kunt u
•
de specifieke gegevens van de machine invoeren;
•
de gegevens van de opdracht invoeren;
•
de machine voor de wijziging van de hoeveelheid zaad tijdens
het zaaien aansturen;
•
hydraulische functies vrijschakelen voordat zij door de betreffen-
de bedieningsinrichting kunnen worden uitgevoerd,
•
de zaaimachine tijdens het zaaien controleren,
•
het vulpeil van de zaadgoed- en meststoftank controleren.
De AMATRON 3 berekent
•
de huidige rijsnelheid [km/uur];
•
de huidige zaaihoeveelheid [korrels/ha];
•
de daadwerkelijke inhoud [kg] van zaadtank en meststoftank;
•
de resterende afstand [m] tot de zaadgoed-/meststoftank leeg is;
•
het turbinetoerental;
•
het toerental van de separatietrommels;
•
de druk in de separatie.
De AMATRON 3 slaat voor een gestarte opdracht de volgende gege-
vens op
•
de afgegeven hoeveelheid zaadgoed/meststof per dag en in to-
taal [kg],
•
de hoeveelheid grond die per dag in totaal is bewerkt [ha];
•
de zaaitijd per dag en totale zaaitijd [h];
•
de gemiddelde arbeidsprestatie [ha/h].
EDX 6000-TC BAH0047-4 09.14