Opbouw en werking
Optioneel kan elke zaadslang (Fig. 45/1) door
een zwenkbaar moduul (Fig. 45/2) worden afge-
sloten.
De modulen worden aangestuurd door de boord-
computer (zie bedieningshandleiding AMATRON
3).
Door het afsluiten van de zaadslangen met be-
hulp van de modulen (Fig. 46/1)
•
kan er een willekeurig aantal rijen handma-
tig worden uitgeschakeld
•
kunnen er rijpaden worden aangelegd.
5.1
Radar
De radar (Fig. 47/1) meet de afgelegde afstand.
De boordcomputer heeft deze informatie nodig
voor het berekenen van de rijsnelheid en het
bewerkte terrein (aantal hectares).
62
Fig. 45
Fig. 46
Fig. 47
EDX 6000-TC BAH0047-4 09.14