Foutenopsporing – programmering
Een ondersteuning door de fabrikant bij de foutenopsporing is met relevante documentatie en
voldoende gegevens mogelijk. Daarvoor zijn absoluut noodzakelijk:
Een hydraulisch schema per e-mail (WMF, JPG),
Complete programmering middels TAPPS bestand of ten minste de functiedata (*.dat-bestand) per
e-mail,
Bedrijfssysteemversie en serienummer van de regeling,
De beschikbare log-bestanden of ten minste de (temperatuur)waardes van de ingangen van het
tijdstip, waarop zich de fout in het systeem openbaart,
Telefonische contact voor de beschrijving van het probleem – een schriftelijke foutenbeschrijving
volstaat vaak niet.
Foutenopsporing in het CAN-netwerk
Voor het isoleren van de fout wordt aanbevolen het netwerk in gedeeltes af te sluiten en zo te bepalen
wanneer de fout verdwijnt.
Algemene testen:
Knoopnummers – er mag geen knoopnummer dubbel te worden toegekend
Voeding van de busdeelnemers (eventueel de adapter CAN-NT gebruiken)
Instelling baudrate (ook bij gebruik van de CAN-Busconverter CAN-BC2)
Testen van de bekabeling:
Voor deze testen dienen alle knooppunten uitgeschakeld te worden!
Weerstand tussen CAN-H en CAN-L
o Indien deze boven 70Ω ligt, wijst dit op een foutieve terminering.
o Indien de weerstand onder 60Ω ligt, dient te worden gecontroleerd op overtallige
termineringen of kortsluitingen tussen bekabeling.
Controle op kortsluiting tussen GND cq. afscherming en de signaaladers.
Controle op aardstroom– Hiervoor wordt de afscherming op het betreffende knooppunt
afgekoppeld en de verbindingsstroom gemeten. Indien een stroom beschikbaar is, bestaat
door een ongewenste aardeverbinding een aardstroom.
Informatie m.b.t. Eco-Design richtlijn 2009/125/EG
Product
Klasse
5
UVR16x2
max. 8
1
Definities conform publicatie van de Europese Unie C 207 d.d. 3.7.2014
2
De bepaalde indeling is gebaseerd op het optimale gebruik, evenals het correcte gebruik van
producten. De daadwerkelijk toepasbare klasse kan van de bepaalde indeling afwijken.
3
Bijdrage van de temperatuurregelaar tot de seizoensafhankelijke energie-efficiëntie van
ruimteverwarming in procent, afgerond op één decimaalpositie.
4
geen uitgang actief = Standby / alle uitgangen en het display actief
5
De bepaling van de klasse geschiedt aan de hand van de programmering van de cv-groepregeling
conform de Öko-Design richtlijn.
Technische wijzigingen voorbehouden
28
1, 2
Energie-
3
efficiëntie
max. 5
Standby
Vermogensopname
max. [W]
typ. [W]
3,0
2,54 / 4,07
Vermogensopname
4
max. [W]
3,0 / 4,5
© 2018