14 - STANDAARD ONDERHOUD
14.8.2 - Vervangen ingebouwd oliefilter
Aangezien de zuiverheid van het systeem cruciaal is voor een
betrouwbare werking, zit er een voorfilter (µ) in de olieleiding bij de
olieafscheideruitlaat. Het oliefilter is gespecificeerd om voor een hoog
filtratieniveau (5 µm) te zorgen dat vereist is voor een lange levensduur
van de lagers.
Het filter moet na de eerste 500 bedrijfsuren worden gecontroleerd,
en daarna telkens na 2000 uur. Het filter moet worden vervangen
telkens wanneer het drukverschil over het filter meer is dan 200 kPa
(2 bar).
Het drukverlies over het filter kan worden bepaald door de druk te
meten bij de filterservicepoort en de oliedrukpoort. Het verschil in deze
twee drukwaarden is het drukverlies over het filter, de terugslagklep
en de magneetklep. Het drukverlies over de terugslagklep en de
magneetklep is ongeveer 40 kPa (0,4 bar). Deze waarde moet worden
afgetrokken van de twee oliedrukmetingen om het drukverlies van het
oliefilter te bepalen.
14.8.3 - Compressorrotatiebesturing
De juiste draairichting van de compressor is een van de meest cruciale
aandachtspunten van de toepassing. Een omgekeerde draairichting,
ook gedurende een zeer korte tijd, beschadigt de compressor.
De beveiliging tegen de omgekeerde draairichting moet in staat zijn
om binnen 300 milliseconden de draairichting te bepalen en de
compressor te stoppen. De omgekeerde draairichting doet zich
meestal voor wanneer de bedrading naar de compressoraansluitingen
niet in orde is.
Om de kans op een omgekeerde draairichting tot een minimum te
beperken, moet de volgende procedure worden toegepast. Sluit de
voedingskabels weer op de compressorterminalklem aan, zoals ze
oorspronkelijk waren aangesloten.
Voor het vervangen van de compressor beschikt deze over een
lagedrukschakelaar. Deze lagedrukschakelaar moet tijdelijk worden
geïnstalleerd als beveiliging op het hogedrukgedeelte van de
compressor. Het doel van deze schakelaar is om de compressor te
beveiligen tegen bedradingsfouten bij de aansluitklem van de
compressor. Het elektrische contact van de schakelaar wordt in serie
geschakeld met de hogedrukschakelaar. De schakelaar blijft zitten
totdat de compressor is gestart en de draairichting is gecontroleerd.
Dan wordt de schakelaar verwijderd.
De schakelaar die is geselecteerd voor het detecteren van de
omgekeerde draairichting is Carrier onderdeelnummer HK01CB001.
Deze schakelaar opent de contacten wanneer de druk minder wordt
dan 7 kPa. De schakelaar is van het type dat handmatig moet worden
gereset nadat de druk weer is gestegen boven 70 kPa. Het is cruciaal
dat de schakelaar van het type is dat handmatig moet worden gereset
om te voorkomen dat de compressor steeds een korte cyclus uitvoert
in de omgekeerde richting.
14.9 - Voorzorgen voor compressor voeding
busrailaansluiting
Deze opmerking geldt voor units met voedingsbusrails met een
geklonken contactblok bij de aansluitkooien in de schakelkast. Bij het
opnieuw aansluiten is het volgende verplicht:
- steek elke busbaar in de kooi tegen de aanslag
- controleer visueel of de busbaren goed contact maken op de
verbindingsvlakken. Er mag geen enkele beweging mogelijk zijn
t u s s e n d e b u s b a a r e n h e t v e r b i n d i n g s v l a k v a n d e
bevestigingsklinknagel van het contactblok.
Aansluiten van de magneetschakelaar van
de stroomtransformator
1
1
Voedingsbusbaar met een geklonken contactblok
2
Magneetschakelaar of stroomtransformator aansluitzone
14.10 - Controle arbeidsfactorcorrectie
condensatoren
De inbedrijfstelling en periodieke verificatie van de condensator is
verplicht teneinde het veilig bedrijf te waarborgen. Dit omvat de
v e r i f i c a t i e v a n d e s t r o o m , s p a n n i n g , c a p a c i t e i t e n d e
spanningsvervorming. De procedure voor deze controles is
beschreven in een hiervoor bedoeld document.
2
2
81