2 - CONTROLES VOORAF
Typische toepassingen van deze units zijn koelsystemen waarbij
bestendigheid tegen aardbevingen niet vereist is. Bestendigheid tegen
aardbevingen is niet geverifieerd.
LET OP: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die
op de unit zijn aangegeven.
(zie ook hoofdstuk 3 voor informatie over de ophangpunten)
Controleer voordat het apparaat wordt geplaatst of:
- Dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van
de unit te dragen.
- het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. Het apparaat
moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (max.
tolerantie in beide richtingen 5 mm).
- Dat er boven de unit voldoende vrije ruimte is voor een
onbelemmerde luchtuittrede en voor onderhoud (zie de
maatschetsen).
- Er voldoende ondersteuningspunten zijn en dat deze zich op de
juiste plaatsen bevinden.
- In het geval de constructie gevoelig is voor overdracht van
trillingen en/of geluid wordt geadviseerd trillingdempers te
plaatsen tussen de unit en de opstellingsconstructie. De selectie
van deze inrichtingen is gebaseerd op de systeemkenmerken
en het gevraagde comfortniveau en moet worden gemaakt door
technische specialisten.
- De plaats en het aantal van de optionele trillingdempers
overeenkomen met de informatie op de officiële maatschetsen.
- Wanneer de trillingdempers niet instelbaar zijn, moet de vlakheid
van het frame worden gewaarborgd door gebruik te maken van
metalen passtukken.
- De locatie niet onder water kan komen te staan.
- Dat wanneer zware sneeuwval kan voorkomen en lange perioden
van temperaturen onder nul normaal zijn, de unit zo hoog is
geplaatst dat sneeuw er zich niet tegen kan ophopen.
- Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen van windschermen
uitkomst brengen. Deze mogen de luchtintrede uiteraard niet
belemmeren.
- Positie van de werkplek van de operator
30XB(E/P) 0250-0500
30XB(E/P) 0600-1700
10
LET OP: Controleer, voordat de unit naar de plaats van
opstelling worden gehesen, dat alle panelen goed zijn
bevestigd. De unit moet voorzichtig worden gehesen en rustig
worden neergezet. Door kantelen of stoten kan de unit
beschadigen en minder goed werken.
Als de 30XB-units worden verplaatst met hijsstroppen, dan raden wij
aan de condensors te beschermen tegen indrukken. Gebruik
afstandhouders of een juk om de singels boven de unit te spreiden.
De unit mag niet méér dan 15° overhellen.
WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de
omkasting. Alleen de onderkant van het frame van het apparaat
is ontworpen om dergelijke spanningen te weerstand.
Als een unit beschikt over een hydromodule (opties 116R, S,
T, U), moeten de hydromodule en pompleidingen zodanig
worden geïnstalleerd dat ze niet aan spanningen worden
blootgesteld. De leidingen van de hydromodule moeten zo
worden gemonteerd dat de pomp niet het gewicht van de
leidingen draagt.
2.2.3 - Controles voorafgaand aan de
inbedrijfstelling
Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief
het koelsysteem worden vergeleken met de installatietekeningen,
maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en
de elektrische schema's.
Houd u tijdens deze controles aan de nationale verordeningen.
Raadpleeg de norm EN 378 als volgt indien de nationale voorschriften
geen details bevatten:
Externe visuele installatiecontroles:
- Zorg ervoor dat de machine is gevuld met koudemiddel.
- Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische
- Controleer of alle onderdelen voldoen aan de ontwerpspecificaties.
- Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen en documenten die
- Controleer of alle beveiligingen en milieubeschermende
STANDING POSITION
- Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten,
- Controleer of de toegangsroute tot het apparaat en de
- Controleer of de ventilatie in de technische ruimte toereikend is
- Controleer of de koudemiddeldetectoren aanwezig zijn (indien
- Controleer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het
- Controleer de montage van de aansluitingen.
- Controleer de steunen en bevestigingsmiddelen (materialen,
- Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen.
- Controleer de bescherming tegen mechanische beschadigingen.
- Controleer de bescherming tegen warmte.
- Controleer de bescherming van bewegende delen.
- Controleer de toegankelijkheid voor onderhoud of reparaties en
- Controleer de status van de ventielen.
- Controleer de kwaliteit van de warmte-isolatie en de
Controleer op de kenplaat van de unit of het 'getransporteerde
medium' R134A en geen stikstof is.
schema's.
verstrekt zijn door de fabrikant (maatschetsen, leidingen- en
instrumentenschema (PID), verklaringen, enz.) om te voldoen
aan de voorschriften, aanwezig zijn.
voorzieningen en maatregelen, die door de fabrikant zijn geleverd
om te voldoen aan de regelgeving, aanwezig en in orde zijn.
naamplaten, dossiers, handleidingen, verstrekt door de fabrikant
om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn.
vluchtwegen vrij zijn.
(indien toepasselijk).
toepasselijk).
opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen die schadelijk
zijn voor het milieu.
ligging en aansluiting).
voor het controleren van de leidingen.
dampschermen.3 -