4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS VAN 30XB UNITS
30XB van 1100 tot 1700
30XB
Voeding vermogenscircuit
Nominale spanning
Netspanningslimieten
Voeding stuurstroomcircuit
Max opgenomen vermogen
(1)
Standaardunit
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
Unit + optie 15LS
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
Cosinus phi bij max. vermogen
Standaardunit
Cosinus phi
Unit + optie 15LS
Cosinus phi
Nominaal opgenomen stroom
Standaardunit
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
Unit + optie 15LS
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
Max. opgenomen bedrijfsstroom (Un)
Standaardunit
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
Unit + optie 15LS
Circuit 1
(a)
Circuit 2
(a)
Optie 081
(1) Waarden gemeten bij continu maximale bedrijfscondities van de unit (gegevens vermeld op de kenplaat van de unit)
(2) Bedrijfsstroom van de kleinste compressor(e) + stroomsterkte ventilator + opstartstroom of beperkte opstartstroom van de grootste compressor.
(3) Genormaliseerde Eurovent-condities, waterintrede-/uittredetemperatuur bij de warmtewisselaar = 12°C/7°C, buitenluchttemperatuur = 35°C.
(a) Wanneer de machines twee voedingen hebben, voedt circuit 1 koudemiddelcircuit A en circuit 2 voedt koudemiddelcircuit B of voor units 30XB 1550 tot 1700 units:
Circuit 1 voedt circuits A en B, circuit 2 voedt circuits C en D.