Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Elektrische Voeding; Fase Onbalans Spanning (%); Hoofdstroomaansluiting/Hoofdschakelaar - Carrier 30XB Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5 - ELEKTRISCHE AANSLUITING

Zie de met de unit geleverde officiële Carrier maatschetsen.

5.1 - Elektrische voeding

De elektrische voeding moet overeenkomen met het voltage zoals
aangegeven op de kenplaat van de unit. De voedingsspanning moet
liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel met elektrische
gegevens. Zie voor aansluitingen de elektrische schema's en de
officiële maatschetsen.
WAARSCHUWING: Bedrijf van de machine met een
voedingsspanning buiten de gespecificeerde limieten, of met
een veel te hoge fase-onbalans, kan schade veroorzaken die
niet door de garantie wordt gedekt. Als de fase-onbalans
groter is dan 2% voor spanning of groter dan 10% voor
stroom, dan mag de unit niet worden aangeschakeld. Zorg
dat de fout wordt hersteld voordat de unit wordt gestart.

5.2 - Fase onbalans spanning (%)

100 x max. afwijking van gemiddelde spanning
Gemiddelde spanning
Voorbeeld:
Bij een aansluiting van een driefasen spanning 400 V - 50 Hz waren
de gemeten individuele fasespanningen:
AB = 406 V; BC = 399; AC = 394 V
Gemiddelde spanning
= (406 + 399 + 394)/3 = 1199/3
= 399,7 zeg 400 V
Bereken de max. afwijking van de gemiddelde 400 V:
(AB) = 406 - 400 = 6
(BC) = 400 - 399 = 1
(AC) = 400 - 394 = 6
De maximale afwijking van het gemiddelde is 6 V. Het grootste
percentage afwijking is: 100 x 6/400 = 1,5 %
Dit is minder dan de toegestane 2% en dus acceptabel.

5.3 - Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar

Units
30XB(E/P)-250 tot 1000
30XB(E/P)-1100 tot 1700
Motor
Aansluitpunten
1 per unit
1 voor circuit 1
1 voor circuit 2

5.4 - Aanbevolen aderdiameters

Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de
verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de
specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften.
Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen voortvloeien.
Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de installateur, met
behulp van de meegeleverde officiële maatschets, zorgen voor een
gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven die op locatie moeten
worden uitgevoerd.
De aansluitingen die standaard zijn voorzien voor de op het werk aan
te leggen voedingskabels naar de hoofd-/werkschakelaar zijn
ontworpen voor het aantal en het type kabels zoals in de tabel op de
volgende pagina staat vermeld in de tweede kolom.
De berekeningen zijn gebaseerd op de maximale machinestroom (zie
tabellen met elektrische gegevens).
De berekeningen van de gunstige en ongunstige situaties worden
gemaakt door de maximaal mogelijke stroom te gebruiken van elke unit
(zie de tabellen met de elektrische gegevens). Het ontwerp omvat
gestandaardiseerde installatiemethodes in overeenstemming met IEC
60364: kabels met PVC (70°C) of XLPE isolatie (90°C) met koperen kern;
ligging in overeenstemming met tabel 52c van bovengenoemde norm.
De maximale temperatuur is 46 °C. De opgegeven maximale kabellengte
is berekend om het spanningsverlies tot maximaal 5% te beperken.
W A A R S C H U W I N G :
hoofdvoedingskabels (L1-L2-L3) op de klemmenstrook
worden aangesloten, moet de juiste volgorde van de 3 fasen
worden gecontroleerd voordat de aansluiting op de
klemmenstrook of de hoofd-/werkschakelaar wordt gemaakt.

5.5 - Ingang stroomkabel

De voedingskabels kunnen via de onderkant of de zijkant in de schakelkast
van de 30XB(E/P) unit worden geleid. Voor 30XB(E/P) unittypen 600 tot
1700 bevindt de schakelkast met de aansluitklemmen van de
voedingskabel zich in het onderste deel van de unit. In dit geval is de
schakelkast 120 mm boven het onderste punt van de het chassis
gemonteerd.
Het invoerpunt voor de kabel is afhankelijk van de unit configuratie:
1. Unit vrij van de vloer (bijv. installatie op draagrails): aangeraden
wordt de voedingskabels via de onderkant in de schakelkast te
leiden. Een verwijderbare aluminiumplaat aan de onderkant van de
schakelkast is beschikbaar voor de invoer van de kabels.
2. Unit op de vloer geplaatst: Voor het via de onderkant invoeren van
de voedingskabel in de schakelkast moet de bochtstraal van de
kabel geschikt zijn voor de beschikbare aansluitruimte in de
schakelkast. Als dit niet zo is kunnen de kabels naar binnen gevoerd
worden via een aluminium plaat op de schakelkast.
Voor units met drie circuits met optie 81 (één enkele voedingsaansluiting)
moet de verbinding gemaakt worden via de onderkant van de unit.
BELANGRIJK: Controleer de bochtstraal van de kabelinvoer
in een schakelkast in het onderste deel van de unit.
Zie de officiële maatschets van de unit.
V o o r d a t
d e
e l e k t r i s c h e
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave