Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Een draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water
terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert
en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaats een stuk hout tussen het
schroefblad en de antiventilatieplaat.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de motor tijdens het doorspoelen geen lucht of zeewater kan aanzuigen uit alternatieve
waterinlaatbronnen. Zorg ervoor dat alle eventueel aanwezige alternatieve waterinlaatslangen aan beide uiteinden zijn
dichtgestopt.
1.
Haal de boot uit het water.
2.
Sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig).
c
a
b
3.
Als de waterslang niet is voorzien van een alternatieve waterinlaat en een zeewaterkraan, koppelt u de waterslang los
van de alternatieve waterinlaat en stopt u beide uiteinden dicht, behalve de Bravo-hekaandrijving.
4.
Zorg ervoor dat de waterinlaatslang vanaf de hekaandrijving naar de motor is aangesloten.
5.
Haal de snelkoppeling uit de onderdelenzak die met de motor is meegeleverd.
6.
Bevestig de snelkoppeling aan een waterslang.
a
b
7.
Klik de snelkoppeling vast aan de waterslang in de doorspoelaansluiting op de motor.
a
18489
8.
Open de waterbron van de waterslang zover dat er maximale toevoer plaatsvindt.
9.
Laat het water de hekaandrijving 30 seconden lang doorspoelen.
10. Plaats de afstandsbediening in de neutraalstand voor stationair toerental en start de motor.
Bladzijde 58
Voor visuele duidelijkheid is de getoonde zeewaterkraan niet geïnstalleerd
a -
slangfitting naar motor
b -
zeewaterkraan
c -
hendel (in gesloten stand)
d -
naar inlaatadapter waterbron
d
18510
a -
snelkoppeling (uiteinde waterslang)
b -
waterslang
18487
a -
waterslang
b -
snelkoppeling (uiteinde waterslang)
c -
doorspoelaansluiting
b
c
WAARSCHUWING
!
90-8M0115984
DECEMBER 2015
nld