Advertenties
Hoofdstuk 2 - Op het water
Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in de open ruimte van een
stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
1.
Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot stilligt:
a
2.
Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot vaart:
a
Varen - algemeen
Te water laten en bootbediening
BELANGRIJK: Installeer de lensaftapplug voordat u de boot te water laat.
Bedieningsschema
VÓÓR HET STARTEN
Installeer de motorruimaftapplug.
Open het motorluik.
Draai de accuschakelaar naar AAN.
Laat de motorruimventilatoren lopen.
Open de brandstofkraan.
Open de zeewaterkraan (indien aanwezig).
Sluit het aftapsysteem.
Zet het hekaandrijvingspakket in de stand volledig
omlaag (in).
Controleer de motorolie.
Voer alle andere controles uit die door uw dealer
of scheepsbouwer gespecificeerd zijn.
Luister of u het waarschuwingsalarm hoort
wanneer het contactslot op AAN staat.
De motor starten en stoppen
NB: Voer alleen die functies uit die op uw motorinstallatie van toepassing zijn.
De motor starten
1.
Inspecteer alle onderdelen die worden genoemd in het hoofdstuk Bedieningsschema.
2.
Zet de afstandsbedieningshendel op neutraal.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
Bladzijde 16
b
b
Bedieningsschema
NA HET STARTEN
Kijk naar alle meters om de toestand van
de motor te bepalen. Zet de motor af als
deze niet normaal is.
Controleer op lekkage van brandstof, olie,
water, vloeistoffen en uitlaatgassen.
Controleer de werking van de
bedieningselementen voor gas en
schakelen.
Controleer de besturing.
KENNISGEVING
a -
een motor die loopt terwijl de boot in
een afgesloten ruimte is afgemeerd
b -
afmeren dichtbij een andere boot
met draaiende motor
21626
a -
gebruik van de boot met te
hoge trimhoek van de boeg
b -
gebruik van de boot terwijl
er geen luiken aan de voor‐
kant open zijn (stationwa‐
43368
gon-effect)
TIJDENS HET VAREN
Kijk naar alle meters om
de toestand van de
motor te bepalen. Zet de
motor af als deze niet
normaal is.
Luister of u het
akoestische alarm hoort.
90-8M0115984
NA HET STOPPEN
Draai de contactsleutel naar de
stand 'OFF'.
Draai de accuschakelaar naar
"OFF".
Sluit de brandstofkraan.
Sluit de zeewaterkraan (indien
aanwezig).
Spoel het koelsysteem door (bij
gebruik in zout water).
Tap het water in het motorruim
af.
DECEMBER 2015
nld
Advertenties
Hoofdstukken
