4.
Neem het beeld op.
Druk de sluitertoets geheel in wanneer goed op het beeld is
scherpgesteld.
Hierdoor wordt de foto opgenomen en opgeslagen op de
geheugenkaart of in het ingebouwde geheugen.
■
Gebruiken van de easy functie
Tijdens de easy functie is het menudisplay beperkt tot
instellingen voor de flitser, zelfontspanner en beeldgrootte.
Terwijl de easy functie ingeschakeld is bij de camera zijn alle
andere instellingen op de opname indextab (REC) (pagina 255)
en de beeldresolutie indextab (Quality) (pagina 256) vastgezet
op vooringestelde optimale waarden. Eventuele instellingen die
u op deze indextabs configureerde worden niet gebruikt tijdens
de easy functie.
1.
Druk op [MENU].
Het easy menu toont de
tekst groter dan de andere
functiemenu's.
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] het gewenste
menu item en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
In-beeld pop-up helptekst voorziet in een korte uitleg van
elke instelling.
66
OPNEMEN VAN EEN FOTO