4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] "Start" (starten) en
druk vervolgens op [SET] (instellen) om de
slideshow (diashow) te starten.
De slideshow (diashow) wordt uitgevoerd in
overeenstemming met de hierboven geconfigureerde
instellingen.
• U kunt tijdens een slideshow (diashow) ook door de
beelden bladeren door op [ ] (voorwaarts) en [ ]
(achterwaarts) te drukken. Merk op dat deze bewerking
niet mogelijk is wanneer "Pattern 5" (patroon 5)
geselecteerd wordt voor de "Effect" instelling.
• Tijdens audioweergave kunt u het volume regelen door
op [ ] te drukken en daarna [ ] en [ ] te gebruiken.
Stoppen van een slideshow (diashow)
Druk op [SET] (instellen). Hierdoor wordt teruggekeerd naar de
weergavefunctie (PLAY).
• Door op [MENU] in plaats van op [SET] te drukken wordt de
slideshow (diashow) gestopt en teruggegaan naar het
menuscherm.
• Door op de sluitertoets in plaats van op [SET] (instellen) te
drukken wordt de slideshow (diashow) gestopt en
overgeschakeld naar een opnamefunctie (REC).
BELANGRIJK!
• Alle toetsen zijn onbedienbaar zijn terwijl de slideshow
(diashow) overschakelt van het ene beeld naar het andere.
Wacht totdat een beeld stilstaat op het display voordat u
een toets bedient. Mocht een toets niet werken, wacht dan
even en probeer het opnieuw.
LET OP
• Door een film te selecteren wanneer "One Image" (één
beeld) geselecteerd is bij "Images" (beelden) en vervolgens
een film te selecteren voor de slideshow (diashow) wordt
de film herhaaldelijk weergegeven binnen de tijd die
gespecificeerd wordt door de "Time" (tijd) instelling voor de
slideshow (diashow).
• Bij beelden die u van een computer of van een ander type
digitale camera heeft gekopieerd kan het beeld ietwat
langer op het beeldscherm blijven dan gespecificeerd door
"Interval" (tussenpauze).
152
BEKIJKEN VAN FOTO'S EN FILMS