Afb. Starteenheid
12. Parkeerremknop
17. Start-/stopknop
34. Voorverwarmingslampje
3
2
Fig. Bedieningspaneel
21. Oplaadindicatielampje
28. Oliedrukwaarschuwingslampje
29. Remlampje
42
Instrumenten en lampen - Controleren
12
17
34
Draai de startschakelaar (17) naar rechts, naar stand
I. Alle waarschuwingslampjes gaan nu gedurende
circa 5 seconden branden en de zoemer klinkt.
Controleer gedurende die tijd of alle
waarschuwingslampjes branden.
Controleer of de waarschuwingslampjes voor het
opladen (21), de oliedruk (28) en de parkeerrem (29)
branden.
Het voorverwarmingslampje (34) moet gaan branden.
De werkurenteller (25) registreert het aantal uren dat
de dieselmotor draait.
4
4812162514_F.pdf
Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken
Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken
en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de
en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de
vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de
vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de
automatische remfunctie ingesteld.
automatische remfunctie ingesteld.
Bediening
2021-05-03