GeenNaam
GeenNaam
1
1
Stuurwiel
Stuurwiel
2
2
Vooruit/achteruit-hendel
Vooruit/achteruit-hendel
3
3
Noodrem
Noodrem
4
4
Foutindicatielampje, ernstige fout
Foutindicatielampje, ernstige fout
5
5
Waarschuwingslampje,
Waarschuwingslampje,
watertemperatuur/koelvloeistofpeil
watertemperatuur/koelvloeistofpeil
6
6
Temperatuurmeter, hydraulische
Temperatuurmeter, hydraulische
vloeistof (optioneel)
vloeistof (optioneel)
7
7
Waarschuwingsknipperlichten,
Waarschuwingsknipperlichten,
schakelaar (optioneel)
schakelaar (optioneel)
8
8
Waarschuwingszwaailicht,
Waarschuwingszwaailicht,
schakelaar (optioneel)
schakelaar (optioneel)
9
9
Claxon, schakelaar
Claxon, schakelaar
10
10
Noodrem / Parkeerrem
Noodrem / Parkeerrem
11
11
Rijrichtingaanwijzer, schakelaar
Rijrichtingaanwijzer, schakelaar
(optioneel)
(optioneel)
12
12
Schakelaar werkverlichting achter
Schakelaar werkverlichting achter
(optioneel)
(optioneel)
13
13
Schakelaar
Schakelaar
parkeerverlichting/dimlicht voor
parkeerverlichting/dimlicht voor
(optioneel)
(optioneel)
14
14
Schakelaar groot licht/dimlicht
Schakelaar groot licht/dimlicht
(optioneel)
(optioneel)
15
15
Startschakelaar
Startschakelaar
30
Functiebeschrijvingen
Symbool
Symbool
Functie
Functie
Er zijn twee stuurwielen, een aan de linkerkant en een
Er zijn twee stuurwielen, een aan de linkerkant en een
aan de rechterkant.
aan de rechterkant.
De hendel moet in de neutrale stand staan om de motor
De hendel moet in de neutrale stand staan om de motor
te starten. De motor kan niet worden gestart als de
te starten. De motor kan niet worden gestart als de
vooruit-/achteruithendel in een andere positie staat.
vooruit-/achteruithendel in een andere positie staat.
De vooruit/achteruit-hendel bestuurt de rijrichting en
De vooruit/achteruit-hendel bestuurt de rijrichting en
-snelheid van de wals. Wanneer de hendel vooruit wordt
-snelheid van de wals. Wanneer de hendel vooruit wordt
gezet, zal de wals vooruit rijden.
gezet, zal de wals vooruit rijden.
De snelheid van de wals is proportioneel tot de afstand
De snelheid van de wals is proportioneel tot de afstand
van de hendel tot de neutrale stand. Hoe verder van de
van de hendel tot de neutrale stand. Hoe verder van de
neutrale positie hoe hoger de snelheid.
neutrale positie hoe hoger de snelheid.
Druk op deze knop om een noodstop te maken. De
Druk op deze knop om een noodstop te maken. De
motor stopt en de remmen worden geactiveerd. Wees
motor stopt en de remmen worden geactiveerd. Wees
voorbereid op bruusk stoppen.
voorbereid op bruusk stoppen.
Schakel de motor uit.
Schakel de motor uit.
Als de watertemperatuur te hoog of het koelvloeistofpeil
Als de watertemperatuur te hoog of het koelvloeistofpeil
te laag is, gaat het lampje branden en wordt in het
te laag is, gaat het lampje branden en wordt in het
display een symbool weergegeven om te waarschuwen
display een symbool weergegeven om te waarschuwen
voor oververhitting.
voor oververhitting.
Toont hydraulische olietemperatuur.
Toont hydraulische olietemperatuur.
Normaal temperatuurbereik is 65°-80°C (149°-176°F).
Normaal temperatuurbereik is 65°-80°C (149°-176°F).
Stop de motor als de meter een temperatuur laat zien
Stop de motor als de meter een temperatuur laat zien
van meer dan 85°C (185°F). Zoek het defect.
van meer dan 85°C (185°F). Zoek het defect.
Bij draaien naar rechts gaat het roterende
Bij draaien naar rechts gaat het roterende
waarschuwingslicht branden.
waarschuwingslicht branden.
Bij draaien naar rechts gaat het roterende
Bij draaien naar rechts gaat het roterende
waarschuwingslicht branden.
waarschuwingslicht branden.
In de ingedrukte stand klinkt de claxon.
In de ingedrukte stand klinkt de claxon.
Druk in om de noodremmen te activeren. Wanneer de
Druk in om de noodremmen te activeren. Wanneer de
machine stilstaat, is de parkeerrem geactiveerd.
machine stilstaat, is de parkeerrem geactiveerd.
Beide remmen worden losgelaten wanneer ze worden
Beide remmen worden losgelaten wanneer ze worden
uitgetrokken.
uitgetrokken.
Bij draaien naar links worden de linkerrichtingaanwijzers
Bij draaien naar links worden de linkerrichtingaanwijzers
ingeschakeld, etc.
ingeschakeld, etc.
De richtingaanwijzers staan uit in de middelste positie.
De richtingaanwijzers staan uit in de middelste positie.
Bij draaien naar rechts gaat de werkverlichting branden.
Bij draaien naar rechts gaat de werkverlichting branden.
Lichten uit.
Lichten uit.
Parkeerlicht aan
Parkeerlicht aan
Werkverlichting voor aan
Werkverlichting voor aan
In de rechterpositie wordt de schakelaar verlicht en is
In de rechterpositie wordt de schakelaar verlicht en is
het grootlicht ingeschakeld.
het grootlicht ingeschakeld.
In de linkerpositie is het dimlicht ingeschakeld.
In de linkerpositie is het dimlicht ingeschakeld.
Het elektrisch circuit is onderbroken.
Het elektrisch circuit is onderbroken.
4812162514_F.pdf
Machinebeschrijving
2021-05-03