Tandem t:slim X2 Gebruikershandleiding pagina 83
Verberg thumbnails
Zie ook voor t:slim X2:
- Gebruikershandleiding (350 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (352 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (344 pagina's)
Advertenties
op het startscherm tot gevolg en de insuline kan
opraken voordat de pomp een leeg reservoir
detecteert. Dit kan zeer hoge BG of diabetische
ketoacidose (DKA) veroorzaken.
5.4 Slang vullen
De infuussetslang vullen met insuline
⚠ WAARSCHUWING
Vul uw slang NOOIT wanneer uw infuusset is
verbonden met uw lichaam. Zorg altijd dat de
infuusset is ontkoppeld van uw lichaam voordat
u de slang vult. Als u uw infuusset niet losmaakt
van uw lichaam voordat u de slang vult, kan dit
een te hoge toediening van insuline tot gevolg
hebben. Dat kan resulteren in hypoglykemie
(lage BG).
In dit deel wordt beschreven hoe u de
slang van de infuusset vult met insuline
nadat u het reservoir hebt vervangen.
Als u net stap
10
hebt voltooid in het
vorige deel, gaat u naar stap 5.
⚑ OPMERKING
De pomp piept of trilt (afhankelijk van de
pompinstellingen) terwijl de slang met insuline
wordt gevuld. Zie
Deel 4.13 Geluidsvolume
informatie over het wijzigen van de
geluidsinstelling voor Slang vullen.
Om de slang te vullen zonder het
reservoir te vervangen, tikt u vanuit het
startscherm op OPTIES, op Laden en
op Slang vullen en volgt u de
instructies.
•
Tik op NIEUW als u een nieuw
reservoir hebt geïnstalleerd.
•
Tik op VULLEN als u geen nieuw
reservoir hebt geïnstalleerd en wilt
doorgaan met het vullen van de
slang.
⚠ VOORZORGSMAATREGEL
CONTROLEER de slang van uw infuusset
dagelijks op lekkage, luchtbellen en knikken.
Lucht in de slang, lekken in de slang of een
geknikte slang kan de toediening van insuline
belemmeren of geheel stoppen en tot een te
lage toediening van insuline leiden.
1. Controleer of de infuusset is
ontkoppeld van uw lichaam.
2. Controleer of de verpakking van de
nieuwe infuusset niet is beschadigd,
en haal de steriele slang uit de
verpakking. Indien de verpakking is
beschadigd of geopend, gooi deze
voor
dan op correcte wijze weg en
gebruik een andere slangset.
HOOFDSTUK 5 • Verzorging infuusplaats en laden reservoir
3. Zorg ervoor dat u de
slangconnector uit de buurt houdt
van niet-schoongemaakte plaatsen.
4. Sluit de slang van de infuusset aan
op de slangconnector op de
reservoirslang. Draai de slang
rechtsom handvast aan en draai
dan nog een kwartslag om voor een
stevige aansluiting te zorgen.
⚠ WAARSCHUWING
Draai de slangconnector tussen de
reservoirslang en de infuussetslang ALTIJD
een extra kwartslag aan om zeker te zijn
van een stevige aansluiting. Door een losse
aansluiting kan insuline lekken, waardoor er
te weinig insuline wordt toegediend. Dat
kan resulteren in voorvallen van
hyperglykemie (hoge BG).
81
Advertenties
