HOOFDSTUK 5 • Verzorging infuusplaats en laden reservoir
van de spuit los. Er stroomt nu
insuline uit de flacon in de spuit.
8. Trek de plunjer langzaam terug tot
aan de gewenste hoeveelheid
insuline.
9. Tik terwijl de naald nog in de
flacon zit en u de flacon nog
ondersteboven vasthoudt tegen de
spuit, zodat eventuele luchtbellen
opstijgen. Duw de plunjer
vervolgens langzaam naar boven,
zodat de luchtbellen terug in de
flacon worden geduwd.
78
10. Inspecteer de spuit op luchtbellen
en doe het volgende:
Herhaal stap 9 als er nog
luchtbellen aanwezig zijn.
Verwijder de naald uit de flacon
als er geen luchtbellen aanwezig
zijn.
Instructies voor het vullen van het
reservoir
1. Controleer de reservoirverpakking
op tekenen van schade. Gooi
beschadigde producten weg.
2. Open de verpakking en verwijder
het reservoir.
3. Houd het reservoir rechtop en steek
voorzichtig de naald in de witte
insulinevulpoort in het reservoir. Het
is niet de bedoeling dat de naald
helemaal naar binnen gaat, dus
forceer de naald niet.
4. Houd de spuit in één lijn met het
reservoir vast, met de naald in de
vulpoort, en trek de plunjer helemaal
terug. Hierdoor wordt eventuele
achtergebleven lucht uit het reservoir
verwijderd. Luchtbellen stijgen op in
de richting van de plunjer.