Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stationaire Meting; Verzorging En Onderhoud Van Het Apparaat; Laden Van De Accu; Reinigingsaanwijzingen - Lowenstein Medical MiniScreen PRO Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

LED knippert in een gelijkmatig ritme van 4 secon-
den.
De rode LED meldt een foutief polssignaal: con-
troleer vingersensor en kabel.
De
patiënt
is
nu
samengestelde koffer moet aan de patiënt mee naar
huis worden gegeven.
Bij het naar bed gaan moet de patiënt:
MiniScreen met de elastische band aanleggen
flow- en vingersensor aanleggen
evt. buikband en elektroden aanleggen
controleren of de sensoren en de aansluitingen
ervan goed zitten
De volgende morgen:
MiniScreen en sensoren afdoen en alle onder-
delen terug in de koffer leggen. De reiniging van
de sensoren gebeurt door het geschoolde per-
soneel in de praktijk.
Koffer weer terugbrengen naar de praktijk.
Voor de automatische analyse wordt de meting
met het menupunt "Apparaatverbinding / Meting
lezen van apparaat" (of knop
overgebracht.

3.4. Stationaire meting

Voor het uitvoeren van een stationaire meting met de
MiniScreen moeten de volgende punten worden uit-
gevoerd:
1. Laad de accu: zie 4.1 Laden van de accu,
pagina 7
2. Verbind het apparaat plus sensoren met de patiënt
(zie 3.3 aanleggen van de MiniScreen, pagina 6)
3. Verbind de uitgeschakelde MiniScreen Pro met de
USB-interfacekabel.
4. Vraag de MSV-software op de pc op.
5. Voer in het menupunt "Apparaatverbinding /
Online / Opnemen" de persoonsgegevens van de
patiënt in en druk op de knop "Overdracht starten".
6. Schakel de MiniScreen met behulp van de schuif-
schakelaar in (schakelaar naar rechts bewegen).
Het apparaat kan ook direct na de aansluiting van
de sensoren bij de patiënt worden ingeschakeld.
7. Voer de impedantietest en de biokalibratie uit (zie
software-hulp).
8. De volgende morgen wordt de meting door op de
stopknop
te klikken beëindigd.
9. Na de meting moet de MiniScreen Pro worden
uitgeschakeld.

4. Verzorging en onderhoud van het apparaat

4.1. Laden van de accu

Voor de spanningsvoorziening van de MiniScreen Pro
worden Li-Ion-accu's gebruikt die snel kunnen worden
geïnformeerd.
De
compleet
) naar de pc
opgeladen en een zeer gering geheugeneffect hebben.
De meegeleverde voedingseenheid is op deze accu's
afgestemd. Een complete acculading is voldoende voor
metingen van 15 uur.
Let op: Er mag geen andere voedingseenheid of
geen ander oplaadapparaat voor het opladen van
een MiniScreen Pro worden gebruikt!
Oplaadprocedure van de accu:
Verbind het oplaadapparaat met het apparaat.
Steek het oplaadapparaat in het stopcontact.
De laad-LED van de MiniScreen Pro brandt wit.
Zodra de accu helemaal is opgeladen, brandt de
laad-LED van de MiniScreen blauw. De accu kan
in deze toestand gedurende een langere periode
aan het oplaadapparaat blijven zonder schade op
te lopen.

4.2. Reinigingsaanwijzingen

De flowbril is een product voor eenmalig gebruik en
mag niet meerdere keren of bij verschillende patiënten
worden gebruikt.
De vingersensor, de thermistor, de beenbewegings-
sensor, de snurkmicrofoon en de elektroden kunnen
met een vochtige doek gereinigd en evt. middels een
sproei- of veegdesinfectie behandeld worden. Onder-
dompelen van de sensorstekker in vloeistoffen moet
echter absoluut worden vermeden. Eventueel aan-
wezige plakresten moeten regelmatig worden ver-
wijderd (bijv. met alcoholdoekjes). Omdat de kabel voor
de bewegingssensor erg dun is, moet hier zeer zorg-
vuldig te werk worden gegaan.
De lichaamsband kan in de wasmachine op 60°C wor-
den gewassen. Ingestoken sensoren moeten vóór het
wassen worden verwijderd.
Het zakje kan met vochtige desinfectiedoekjes worden
gereinigd (neem goed nota van de informatie van de
fabrikant van het reinigingsmiddel).

4.3. Onderhoud

Wij adviseren om het apparaat plus alle accessoires
om de twee jaar te laten onderhouden. Het onderhoud
mag uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant of
door instanties die door deze zijn geautoriseerd.
De kalibratie van het CPAP-kanaal moet eenmalig vóór
de eerste ingebruikname door de gebruiker worden
uitgevoerd.

4.4. Transport- en opslagomstandigheden

De omgevingstemperaturen voor transport en opslag
liggen tussen 5°C en 45°C. De maximale lucht-
vochtigheid mag niet hoger zijn dan 95%, conden-
satie moet in elk geval worden vermeden.
Pagina 7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave