SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
AC 01.1 Intrusive Profibus DP
1.
Veiligheidsinstructies
1.1
Essentiële veiligheidsinstructies
Normen/richtlijnen
Veiligheidsinstruc-
ties/waarschuwingen
Kwalificatie van perso-
neel
Inbedrijfname
Gebruik
Veiligheidsmaatregelen
Onderhoud
1.2
Toepassingsgebied
AUMA producten worden volgens de erkende normen en richtlijnen geconstrueerd
en gefabriceerd. Dit is in een originele inbouwverklaring en in een EG-verklaring van
overeenstemming geattesteerd.
De gebruiker van de installatie en de contractor dienen erop te letten, dat met
betrekking tot de montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname en het gebruik op
de plaats van de installatie alle wettelijke eisen, richtlijnen, voorschriften, nationale
regelgevingen en aanbevelingen in acht worden genomen.
Hiertoe behoren o.a. de normen, richtlijnen voor het gebruik van veldbustoepassingen.
Personen die aan dit apparaat werkzaamheden verrichten, moeten volledig op de
hoogte zijn van alle veiligheids- en waarschuwingsinstructies alsmede de aanwijzingen
in deze bedieningsinstructies. Veiligheidsinstructies en waarschuwingsstickers op
het product moeten in acht genomen worden om persoonlijk letsel en/of materiële
schade te voorkomen.
De montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname alsmede het bedienen en de
onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd. Dit personeel dient daartoe door de gebruiker van de installatie of door
contractor geautoriseerd te zijn.
Voordat met werkzaamheden aan dit product wordt begonnen moet dit personeel
deze bedieningsinstructies gelezen en begrepen hebben, alsmede op de hoogte zijn
van de geldende veiligheidsvoorschriften inzake arbeidsomstandigheden en deze
in acht nemen.
Het is belangrijk dat voor de inbedrijfname gecontroleerd wordt of alle instellingen
met de eisen van de desbetreffende toepassing overeenkomen. Een verkeerde
instelling kan leiden tot gevaren tijdens het gebruik, bijv. beschadiging van de afsluiter
of de installatie. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schaden, die hieruit
voortvloeien. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker.
Voorwaarden voor een probleemloze en goede werking van de apparatuur:
Een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren, alsook een
zorgvuldige inbedrijfname.
De apparatuur uitsluitend in een goede staat, met inachtneming van deze be-
dieningsinstructies, gebruiken.
Storingen en beschadigingen dienen direct gemeld en verholpen te worden.
Neem de geldende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de arbeidsom-
standigheden in acht.
Neem de nationale voorschriften in acht.
Tijdens het in bedrijf zijn wordt de behuizing warm en kunnen oppervlaktetem-
peraturen > 60 °C ontstaan. Ter berscherming tegen mogelijke brandwonden
adviseren wij om voor aanvang van de werkzaamheden de oppervlaktetempe-
ratuur met een geschikte thermometer te meten en eventueel veiligheidshand-
schoenen te dragen.
De gebruiker van de installatie of de contractor is verantwoordelijk voor de op locatie
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, zoals bijv. afdekkingen, afsluitingen of
persoonlijke beschermingsmiddelen voor het personeel.
Onderhoudsvoorschriften moeten nageleefd worden, omdat anders de veilige werking
van de apparatuur niet meer gegarandeerd is.
Wijzigingen aan de apparatuur zijn uitsluitend met toestemming van de fabrikant
toegestaan.
AUMA zwenkaandrijvingen zijn bestemd voor het bedienen van industriële afsluiters,
zoals vlinderkleppen en kogelkranen.
Veiligheidsinstructies
5