Elektrische aansluiting
5.
Elektrische aansluiting
5.1
Essentiële aanwijzingen
Schakelschema/aansluit-
schema
Beveiliging door de
klant/contractor te ver-
zorgen
Voedingsspanning van
de besturing (elektroni-
ca)
Veiligheidsstandaards
16
SG 05.1 – SG 12.1/SGR 05.1 – SGR 12.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
Gevaar bij een verkeerde elektrische aansluiting
Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kan de dood, zwaar lichamelijk
letsel of materiële schade het gevolg zijn.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
Neem vóór het aansluiten de essentiële aanwijzingen in dit hoofdstuk door.
Na het aansluiten, maar vóór het inschakelen van de voedingsspanning, eerst
de hoofdstukken <Inbedrijfname> en <Proefdraaien> lezen.
Het bijbehorende schakel-/aansluitschema (in de Duitse en Engelse taal) wordt bij
de uitlevering samen met deze bedieningsinstructies in een weerbestendige tas aan
het toestel bevestigd. Indien het schema niet meer beschikbaar is, kan het onder
vermelding van het commissienummer (zie typeplaatje) worden opgevraagd, of direct
van het internet (http://www.auma.com) worden gedownload.
Als beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving zijn,
door de klant/contractor te verzorgen, zekeringen en lastscheiders noodzakelijk.
De stroomwaarden voor de bepaling van de groottes worden bepaald door de som
van het stroomverbruik van de motor (zie elektrische gegevensblad) en van het
stroomverbruik van de besturingseenheid.
Tabel 3:
Stroomverbruik besturing
Voedingsspanning
100 tot 120 V AC (±10 %)
208 tot 240 V AC (±10 %)
380 tot 500 V AC (±10 %)
24 V DC (+10 %/–15 %) en AC motor
24 V DC (+10 %/–10 %) en DC motor
Tabel 4:
Maximaal toelaatbare zekering
Motorsturing
Magneetschakelaar A1
Thyristor
Indien de besturingseenheid los van de aandrijving wordt gemonteerd
(besturingseenheid op wandbeugel): rekening houden met de lengte en doorsnede
van de aansluitkabel bij het bepalen van de beveiliging (zekering).
Bij een externe voedingsspanning voor de besturing (elektronica) van 24 V DC en
tegelijkertijd de toepassing van gelijkstroommotoren (24 V DC, 48 V DC, 60 V DC,
110 V DC, 220 V DC) dient de 24 V DC voedingsspanning van de besturing op de
klemmen XK25/26, gescheiden van de vermogensspanning (U1, V1), te worden
aangesloten. Bij een gemeenschappelijke voeding via één kabel (bruggen van U1,
V1 met XK25/26, uitsluitend bij 24 V DC !!! ) kan het tijdens schakelingen kort tot
over-/onderschrijden van de toelaatbare spanningsgrenzen (24 V DC +10 %/-10 %)
komen. Eventuele actuele instelopdrachten worden buiten deze toelaatbare grenzen
niet uitgevoerd. De besturing geeft kort een foutmelding aan.
Alle extern aangesloten apparatuur dient met de desbetreffende veiligheidsstandaards
overeen te komen.
AC 01.1 Intrusive Profibus DP
Max. stroomverbuik
650 mA
325 mA
190 mA
500 mA, afvlakcondensator 2.200 µF
750 mA, afvlakcondensator 2.200 µF
Nominaal vermogen
tot 1,5 kW
tot 1,5 kW
Max. zekering
16 A (gL/gG)
16 A (g/R) I²t<1 500A²s