6. Een fax verzenden en ontvangen
1.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
2.
Druk op [ ] of [ ] om [Faxeigenschappen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [TX-instellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
4.
Druk op [ ] of [ ] om [Directe TX] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
5.
Druk op [ ] of [ ] om [Uit], [Aan] of [Uitsl.volg. fax] te selecteren en druk vervolgens op
de [OK]-knop.
Voor geheugenverzending selecteert u [Uit].
Voor directe verzending selecteert u [Aan] of [Uitsluitend volgende fax].
6.
Druk op de knop [User Tools] om terug te keren naar het beginscherm.
Basisbewerking voor het versturen van een fax
1.
Druk op de [Fax]-knop.
2.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
96
CTT129
CTT125