8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
Smart Organizing Monitor gebruiken
• Installeer het printerstuurprogramma om Smart Organizing Monitor te gebruiken.
De statusinformatie controleren
1
2
1. Afbeeldingsgebied
Geeft de status van dit apparaat met een pictogram weer.
2. Statusgebied
• Papierformaat
Geeft het papierformaat weer dat op het apparaat is geconfigureerd.
• Papiertype
Geeft het papiertype weer dat op het apparaat is geconfigureerd.
• Toner
Het niveau van de resterende toner wordt in tien niveaus weergegeven als [Opties bij toner op] op
[Stoppen met afdr.] is ingesteld. Echter, als [Opties bij toner op] op [Doorgaan met afdr.] is ingesteld,
wordt "**" weergegeven omdat het niveau van de resterende toner niet gecontroleerd wordt.
• Teller
Geeft het aantal pagina's weer dat door het apparaat is afgedrukt.
Tonerniveaus worden altijd weergegeven voor type 3 modellen.
156
3
4
NL CTT014