Een fax versturen
• Het is raadzaam de ontvanger te bellen om te vragen of zij de fax hebben ontvangen als u
belangrijke documenten verstuurt.
Een faxnummer kan bestaan uit de cijfers 0 t/m 9, pauze, " " en " ".
Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na
de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder de instellingen voor het
versturen van faxen.
Om toondiensten op een kiestoonlijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. " " verandert
de modus tijdelijk van pulstoon naar kiestoon.
Als het apparaat via een PBX op het telefoonnetwerk is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat het
externe lijntoegangsnummer is opgegeven in [PBX-toegangsnummer] voor het faxnummer.
• Er kunnen geen scheidingstekens of spaties voor het faxnummer worden ingevoerd.
De verzendingsmodus selecteren
Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending.
Geheugenverzending
In deze modus zal het apparaat verschillende originelen naar het geheugen scannen en ze
daarna tegelijkertijd versturen. Dit is handig wanneer u haast hebt en het document wilt meenemen.
In deze modus kunt u een fax naar meerdere bestemmingen versturen.
In de modus Geheugenverzending kan een taak uit maximaal 10 pagina's bestaan en kunnen er
maximaal 5 taken (inclusief pc-fax- en netwerkscannertaken) op het apparaat worden
opgeslagen.
Directe verzending
In deze modus scant het apparaat het origineel en faxt deze tegelijkertijd zonder het in zijn
geheugen op te slaan. Dit is handig wanneer u snel een origineel wilt versturen. In deze modus
kunt u slechts één bestemming opgeven.
Een fax versturen
95