• [Foto] (automatisch veranderen in kleur, 600 × 600 dpi)
• [Opslag] (automatisch veranderen in tekst, 200 × 200 dpi)
• [OCR] (automatisch veranderen in tekst, 400 × 400 dpi)
7. Scanmethode origineel
Geef de scanmethode op voor de originelen.
Als [ADF] is geselecteerd in [Scanmethode origineel], geef dan de richting van het origineel op.
8. Afbeeldingskwaliteit aanpassen
U kunt de afbeeldingskwaliteit aanpassen. De scaninstellingen die kunnen worden aangepast, zijn: Rotatie,
Helderheid/Contrast, Scherpte, Kromme, Niveaus, Kleurbalans en Tint/Verzadiging. Als [Automatisch] is
geselecteerd, worden de standaardwaarden op alle instellingen toegepast. Als [Handmatig] is geselecteerd,
kunnen alle instellingen naar wens worden aangepast.
• Raadpleeg voor meer informatie de Help-functie van het TWAIN-stuurprogramma.
Basisbewerking voor WIA-scannen
1.
Plaats het origineel.
2.
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
3.
Klik met de rechter muisknop op het printermodel dat u wilt gebruiken en klik vervolgens
op [Beginnen met scannen].
4.
Configureer de scaninstellingen indien nodig en klik vervolgens op [Scannen].
5.
Klik op [Importeren].
Vanaf een computer scannen
87