6. Een fax verzenden en ontvangen
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer
(pc-fax)
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een
computer.
U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat
sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
Basisbewerkingen voor het versturen van faxen vanaf een computer
Dit onderdeel beschrijft de basishandelingen voor het versturen van faxen vanaf een computer.
U kunt een bestemming uit het pc-fax-adresboek selecteren of rechtstreeks handmatig een faxnummer
invoeren. U kunt faxen versturen naar maximaal 100 bestemmingen tegelijk. (Maar als [Voor-/
achterblad bijvoegen] op het [Voor-/achterblad]-tabblad is aangevinkt en als [Adresboek gebruiken]
in de [Aan:]-lijst is geselecteerd, kunt u faxen naar maximaal 5 bestemmingen tegelijk sturen.)
De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 7.
• Met pc-fax kunt u maximaal 10 pagina's (inclusief het voor-/achterblad) tegelijk sturen.
1.
Open het bestand dat u wilt verzenden.
2.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
3.
Selecteer het pc-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken].
4.
Geef een bestemming op.
• Om een bestemming uit het pc-fax-adresboek op te geven:
U kunt op het [Adresboek]-tabblad klikken en uit drie eerder gebruikte adresboeken in de
[Bestandspad adresboek:]-lijst selecteren. U kunt ook op [Bladeren...] klikken om het
adresboek (CSV-bestand) te downloaden. Selecteer een bestemming in de [Adreslijst:] en klik
vervolgens op [Als bestemming inst.].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
• Om een faxnummer rechtstreeks in te voeren:
Klik op het [Bestemming opgeven]-tabblad, voer een faxnummer (van maximaal 40 cijfers) in
bij [Faxnummer:] en klik vervolgens op [Als bestemming inst.].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
5.
Als u een voor- of achterblad aan de fax wilt toevoegen, klik dan op het [Voor-/
achterblad]-tabblad.
6.
Klik op [Verzenden].
106