Netwerkinstellingen configureren
In dit onderdeel wordt beschreven hoe de vereiste instellingen dienen te worden geconfigureerd als u
het apparaat op een netwerk wilt gebruiken.
• De instellingen voor Ethernet en draadloos LAN kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld.
• Met behulp van de meegeleverde cd-rom kunt u stuurprogramma's installeren en de
netwerkinstellingen configureren. Voor meer informatie raadpleegt u de Software-
installatiehandleiding.
Het LAN-type omschakelen
Hier kunt u kiezen uit [Ethernet] en [Draadloos LAN].
• U hoeft deze instelling alleen maar te configureren voor het Type 4-model.
1.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
2.
Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
3.
Druk op [ ] of [ ] om [LAN-type] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
4.
Druk op [ ] of [ ] om [Ethernet] of [Draadloos LAN] te selecteren. Druk tot slot op de
[OK]-knop.
Als er een instelling gewijzigd is, start het apparaat automatisch opnieuw op.
De instellingen van het IP-adres configureren via het bedieningspaneel
De stappen om de netwerkinstellingen te configureren variëren afhankelijk van of de informatie over het
IP-adres automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt.
CTT129
Netwerkinstellingen configureren
23