OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
7.
Richt de camera op het voorwerp en druk op
de [
] (MOVIE) toets.
• Hierdoor wordt een film opgenomen van een lengte
die gespecificeerd wordt door de tijdwaarden die u
vastlegde in de stappen 3 en 4. Het opnemen wordt
automatisch gestopt.
• Druk nogmaals op de [
opname halverwege te stoppen.
BELANGRIJK!
• Merk op dat de data voor korte film (Short Movie)
onafgebroken opgenomen en opgeslagen wordt in
een buffer voordat u op de [
Houd de camera voor enige tijd stil en in de richting
van het onderwerp voordat u op de [
toets drukt om het opnemen te starten.
• Wanneer door een korte filmopnamebewerking de
opname van het toekomstige gedeelte begint, telt het
beeldscherm de resterende opnametijd af.
De opname wordt voortgezet totdat afgeteld is tot
nul.
] (MOVIE) toets om de
] (MOVIE) toets drukt.
] (MOVIE)
Opnemen van een voorafgaande film
(Past Movie)
De voorafgaande film (Past Movie) maakt gebruik van een
buffer van 5 seconden die doorlopende wordt ge-update.
Bij indrukken van de [
opnemen vijf seconden eerder gestart dan toen u de [
(MOVIE) toets indrukte. Gebruik de voorafgaande film
(Past Movie) functie wanneer u er zeker van wilt zijn dat u
snelle actie niet mist.
Druk op de [
Werking ➝
(MOVIE) toets
Handeling ➝
Neemt de
voorafgaande
5 seconden
op.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op [BS]
(BEST SHOT).
2.
Selecteer het "Past Movie" (voorafgaande
film) decor d.m.v. [ ], [ ], [ ] en [ ] en druk
daarna op [SET].
• Bij selectie van het "Past Movie" (voorafgaande film)
decor verschijnt "
102
] (MOVIE) toets wordt het
]
Druk op de [
(MOVIE) toets
Opnemen
Opslaan
Het opnemen van
Het opnemen
het toekomstige
wordt
gedeelte begint.
beëindigd.
" op het beeldscherm.
]
]
Opslag
voltooid.