4.6 Alarmonderdrukking
1.
2.
3.
N.B:
N.B.:
4.7 Visuele en hoorbare alarmindicaties verifi ëren
Neem contact op met gekwalifi ceerd onderhoudspersoneel voor assistentie als de monitor
niet werkt zoals in deze test is gespecifi ceerd
U kunt de werking van het alarm voor alle parameters, zoals NIBP, SpO2 en Temp,
verifi ëren door onderstaande procedures te volgen.
1.
2.
3.
4.
5.
Opmerking: de maximale gemiddelde tijd van de alarmvertraging is minder dan 10
30
WAARSCHUWING: Het hoorbare alarm mag niet onderdrukt worden en het
volume mag niet lager gezet worden als dit de veiligheid van de patiënt in
gevaar zou kunnen brengen.
Druk op
. Alle hoorbare alarmen worden 90 seconden lang onderdrukt
en de Alarmonderdrukkingsindicator gaat branden
Controleer de patient en geef hem/haar de nodige verzorging.
Druk nogmaals op
De visuele indicaties van een alarmtoestand kunnen niet uitgezet worden. De
overschreden alarmgrenzen blijven knipperen.
In geval van een lege of defecte batterij, pulsverlies en overschreden
alarmgrenzen kan het alarm niet worden uitgezet totdat er iets aan de
alarmtoestand is gedaan.
Sluit de monitor aan op een wisselstroomvoorziening.
Druk op de aan/uit-knop om de monitor aan te zetten.
Sluit de simulator aan op de ingangskabel van de sensor en sluit de kabel
aan op de monitor.
Stel de simulator in op een kleinere waarde dan de lage alarmgrens op de
monitor.
Verifi eer de volgende reactie:
a. De monitor begint het fysiologische signaal van de simulator te volgen.
b. Na ongeveer 10 tot 20 seconden geeft de monitor de gemeten waarde
weer, zoals die door de simulator wordt gespecifi ceerd. Controleer of de
waarden binnen de aangegeven toleranties liggen, zoals die zijn
gespecifi ceerd in de paragraaf Specifi caties voor elke parameter (NIBP,
SpO2, Temp).
c. De overtredende waarde knippert in de juiste display en het hoorbare
alarm klinkt
seconden, tenzij anders is aangegeven in deze handleiding.
om de alarmen opnieuw te activeren.
.