7
PROGRAMMERING
Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen:
7
PROGRAMMERING
en
("Afbeelding 50"), die kunnen worden gebruikt voor
h
zowel het bedienen van de besturingseenheid tijdens de testfasen
als voor het programmeren van de beschikbare functies.
De toets
wordt niet gebruikt.
i
50
De beschikbare programmeerbare functies zijn ingedeeld op twee
niveaus en hun werkingsstatus wordt aangegeven door de acht
leds "L1 ... L8" op de besturingseenheid (led brandt = functie ac-
tief; led uit = functie niet actief).
7.2 PROGRAMMERING EERSTE NIVEAU (ON-OFF)
Alle functies van het eerste niveau zijn in de fabriek geprogrammeerd op "OFF" en kunnen op elk willekeurig moment worden gewijzigd.
Raadpleeg "Tabel 6" om de verschillende functies na te gaan.
7.2.1 Procedure voor programmering op het eerste niveau
m
De programmeerprocedure geeft ongeveer 10 seconden tijd tussen het indrukken van de ene toets en de andere. Na
deze tijd wordt de procedure automatisch beëindigd en worden de tot dan toe gemaakte wijzigingen opgeslagen in
het geheugen.
Doe het volgende voor de programmering van het eerste niveau:
druk op de toets
1.
g
Laat de toets
2.
g
3.
druk op de toets
f
gewijzigd moet worden
4.
druk op de toets
g
– kort knipperen = OFF
– lang knipperen = ON
wacht 10 seconden (maximale duur) om de programmering te verlaten.
5.
l
Om andere functies op "ON" of "OFF" te programmeren moeten tijdens de uitvoering van de procedure de punten 2
en 3 tijdens de fase zelf worden herhaald.
FUNCTIES VAN HET EERSTE NIVEAU (ON-OFF)
Led Functie
Automatisch
L1
sluiten
L2
Terugloop na foto
L3
Altijd sluiten
L4
Alles stand-by
f
en houd deze ingedrukt tot de led "L1" begint te knipperen
los zodra de led "L1" begint te knipperen
of
om de knipperende led te verplaatsen naar de led die de functie vertegenwoordigt die
h
om de status van de functie te wijzigen:
Beschrijving
Functie ACTIEF: na een openingsmanoeuvre vindt er een pauze plaats (gelijk aan de geprogrammeerde
Pauzetijd); daarna start de besturingseenheid automatisch een sluitingsmanoeuvre. De fabriekswaarde van de
Pauzetijd is gelijk aan 30 sec.
Functie NIET ACTIEF: de werking is van het "semi-automatische" type.
Functie ACTIEF: als de fotocellen worden geactiveerd tijdens de openings- of sluitmanoeuvre, duurt de
pauzetijd nog maar 5 seconden, ongeacht de voorheen geprogrammeerde "pauzetijd". Als de fotocellen
geactiveerd worden tijdens de openings- of sluitmanoeuvre, terwijl "automatische sluiting" uitgeschakeld is, wordt
"automatische sluiting" geactiveerd met een geprogrammeerde "pauzetijd".
Functie ACTIEF: in het geval van een stroomuitval, ook al is hij van korte duur, detecteert de besturingseenheid
10 seconden na terugkeer van de elektrische stroomde de open poort en start automatisch een
sluitingsmanoeuvre, voorafgegaan door 5 sec. voorwaarschuwing.
Functie NIET ACTIEF: bij terugkeer van de elektrische energie blijft de poort waar hij is.
Functie ACTIEF: na 1 minuut vanaf het einde van de manoeuvre sluit de besturingseenheid de uitgang "Bluebus"
(aangesloten inrichtingen) en alle leds, m.u.v. de Bluebus led die langzamer zal knipperen. Wanneer de
besturingseenheid een instructie ontvangt, zal hij de normale werking hervatten (met een korte vertraging). Deze
functie heeft tot doel het energieverbruik te beperken, wat een belangrijk aspect is als de voeding via batterijen of
met fotovoltaïsche panelen plaatsvindt.
7.1 GEBRUIK DE PROGRAMMEERTOETSEN
f
Selectietoets in programmeerfase.
,
g
g
Indien deze langer dan 5 seconden wordt ingedrukt volgt
overgang naar de programmeerfase.
h
Selectietoets in programmeerfase.
i
– Niet gebruikte toets.
Toets voor opening van de poort
Toets om een manoeuvre te stoppen
Toets voor sluiting van de poort
Tabel 6
NEDERLANDS – 21