4 Beschrijving van het product
Tab.17 Operationele fasen met hydraulische bijverwarming
Fase
1
2
3
4
5
6
34
Beschrijving van de werking
Als verwarmen is vereist en indien de gemeten temperatuur meer is dan 2°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt de warmtepomp onmiddellijk opgestart.
Tegelijkertijd wordt de vertraging t1 geactiveerd.
Indien na afloop van de vertraging t1 de gemeten temperatuur meer is dan 3°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt een bijverwarmingsopdracht afgegeven en start fase 1 op.
De warmtepomp en de fase 1 bijverwarming werken parallel samen tot de richttemperatuur is be
reikt.
Wanneer de gemeten temperatuur = richttemperatuur + 2°C, wordt de fase 1 bijverwarming onmid
dellijk uitgeschakeld en begint de vertraging t2 af te tellen.
Als na afloop van de vertraging t2 de gemeten temperatuur nog steeds hoger is dan de richttempe
ratuur + 2°C, wordt de enig overgebleven generator, d.w.z. de warmtepomp, uitgeschakeld.
Alle generatoren zijn uitgezet.
De systeemtemperatuur (gemeten temperatuur) zal dalen. Als de gemeten temperatuur = richttem
peratuur - 2°C, wordt de warmtepomp onmiddellijk ingeschakeld. Tegelijkertijd wordt de vertraging t1
geactiveerd.
Indien na afloop van de vertraging t1 de gemeten temperatuur meer is dan 2°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt een bijverwarmingsopdracht afgegeven en start fase 1 op.
De warmtepomp en de fase 1 bijverwarming werken parallel samen tot de richttemperatuur is be
reikt.
4.2.3 Werking in de zwembadmodus
Met de regelaar kan een zwembadcircuit in twee gevallen worden aange
stuurd:
Geval 1: De regelaar regelt het primaire circuit (verwarmingsketel/wisse
laar) en het secundaire circuit (wisselaar/zwembad).
Sluit de pomp van het primaire circuit (ketel/wisselaar) aan op de uit
gang
B van de aansluitklemmenstrook. De temperatuur MAX.T
KRING B
wordt dan zowel in de zomer als in de winter geregeld tijdens de com
fortperioden van het programma B.
Sluit de zwembadsensor (colli AD212) aan op ingang FLOW S B van
de aansluitklemmenstrook.
Stel de richttemperatuur van de zwembadsensor met behulp van de
toets C in op het bereik 5 - 39°C.
Geval 2: Het zwembad beschikt al over een regelsysteem dat moet wor
den benut De regelaar regelt uitsluitend het primaire circuit (verwar
mingsketel/wisselaar).
Sluit de pomp van het primaire circuit (ketel/wisselaar) aan op de uit
gang
B van de aansluitklemmenstrook. De temperatuur MAX.T
KRING B
wordt dan zowel in de zomer als in de winter geregeld tijdens de com
fortperioden van het programma B.
4.2.4 Naverwarming in de verwarmingsmodus
Startvoorwaarden voor de bijverwarming
In de verwarmingsmodus wordt de bijverwarming aangestuurd door de
volgende parameters:
7622028 - v03 - 07102015