1.3
Bijzondere veiligheidsinstructies
7623793 - v06 - 22052017
Waarschuwing
Zorg voor aarding.
Installeer de warmtepomp op een stevige, stabi
ele structuur die het gewicht ervan kan dragen.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte
waarin een hoog zoutgehalte heerst.
Installeer de warmtepomp niet in een ruimte die
blootgesteld is aan stoomdamp en verbran
dingsgassen.
Installeer de warmtepomp niet op een plaats die
met sneeuw bedekt kan worden.
Verwarmingswater en sanitair water mogen
nooit met elkaar in contact komen. Sanitair wa
ter mag niet in de warmtewisselaar circuleren.
Waarschuwing
Koelvloeistof en leidingen:
Gebruik uitsluitend R410A koelvloeistof voor het
vullen van de installatie.
Gebruik gereedschap en leidingonderdelen die
speciaal ontworpen zijn voor een gebruik met
R410A koelvloeistof.
Gebruik leidingen van zuurstofarm fosforkoper
voor het transport van de koelvloeistof.
Bewaar de koelleidingen op een stof- en vocht
vrije plaats (om beschadiging van de compres
sor te voorkomen).
Gebruik geen laadcilinder.
Bescherm de warmtepomp componenten, waar
onder de isolatie- en structuurelementen. Voor
kom oververhitting van de leidingen bij het sol
deren om geen schade te veroorzaken.
Contact van de koelvloeistof met een vlam kan
giftige gasdampen veroorzaken.
1.3.1
Koudemiddel R410A
Gevarenidentificatie
Schadelijke gevolgen voor de gezondheid:
De dampen zijn zwaarder dan de lucht en kunnen ver
stikking door een afname van het zuurstofgehalte ver
oorzaken.
LPG-gas: contact met de vloeistof kan bevriezing en
ernstig oogletsel veroorzaken.
1 Veiligheid
13