Contra-indicaties
De Alaris® PK-spuitpomp is gecontra-indiceerd voor:
• enterale therapieën
• epidurale infusietherapieën
Over deze handleiding
Voorafgaand aan het gebruik moet de gebruiker volledig vertrouwd zijn met de in deze handleiding behandelde Alaris® PK-spuitpomp.
Alle illustraties in deze handleiding tonen kenmerkende waarden en instellingen die kunnen worden gebruikt bij het instellen van
de functies van deze pomp. Deze instellingen en waarden zijn alleen bedoeld ter illustratie. Waar wordt gesproken van een minimale
infusiesnelheid wordt een nominale snelheid van 1,0 ml/u bedoeld, terwijl met een middelmatige infusiesnelheid een nominale
snelheid van 5,0 ml/u wordt bedoeld. In de sectie Specificaties wordt het volledige scala aan infuussnelheden, instellingen en waarden
getoond.
w
Het is belangrijk dat u alleen de meest recente versie van de Gebruiksaanwijzing en Technische onderhoudshandleiding
van uw CareFusion-producten raadpleegt. Deze documenten vindt u op www.carefusion.com. Gedrukte exemplaren
van deze documentatie kunt u via uw plaatselijke CareFusion-vertegenwoordiger aanvragen.
Symbolen gebruikt in deze handleiding
VET
'Enkele aanhalingstekens' Worden gebruikt om kruisverwijzingen naar andere paragrafen in deze handleiding aan te duiden.
Cursief
w
TCI, overzicht
De dosis-responsverhouding kan in drie delen worden verdeeld: de verhouding tussen de toegediende dosis en de plasmaconcentratie
(de farmacokinetische fase), de verhouding tussen de effectorgaanconcentratie en het klinische effect (de farmacodynamische fase)
en de koppeling tussen farmacokinetiek en -dynamiek. Bij het toedienen van een bepaalde medicijndosis is het uiteindelijke doel het
gewenste klinische effect te verkrijgen, waarvoor een specifieke therapeutische concentratie van het geneesmiddel op de actielocatie
(de receptor) vereist is.
Afb. 1: Schematische weergave van het farmacokinetische en dynamische proces dat de verhouding bepaalt tussen de toegediende dosis en de hieruit voortvloeiende
effectintensiteit van een geneesmiddel. Farmacokinetische factoren zoals distributie, metabolisme en/of uitscheiding bepalen de verhouding tussen de geneesmiddeldosis en
geneesmiddelconcentratie in het plasma en de biofase (effectlocatie). In de biofase interageert het geneesmiddel met de receptor, wat leidt tot het farmacologische effect.
Tot voor kort werden intraveneuze anesthetica gebruikt voor het tot stand brengen en onderhouden van de anesthesie. Ze werden
ofwel handmatig (met de hand) of met behulp van eenvoudige infusiepompen toegediend (de anesthesist berekende de infusie aan
de hand van het lichaamsgewicht van de patiënt). Inline meten van de concentraties is niet mogelijk en de vereiste polyexponentiële
vergelijkingen om de concentraties te voorspellen vereisen een uitgebreide computerverwerkingscapaciteit. Op basis van het
pionierswerk van Kruger-Thiemer
voortgaande ontwikkelingen in de computertechnologie inlinevoorspellingen van geneesmiddelconcentraties uitvoerbaar maakten.
Het farmacokinetische gedrag van de meeste anesthetica kan met een 3-compartimentenmodel wiskundig worden beschreven:
gewoonlijk worden een centraal compartiment (V1), een vaatrijk compartiment (V2) en een vaatarm compartiment (V3) beschreven.
Overdracht van geneesmiddelen tussen verschillende compartimenten (distributie) wordt uitgedrukt in snelheidsconstanten (k
k
, k
en k
) of clearances. Het geneesmiddelmetabolisme wordt uitgedrukt in de snelheidsconstante k
21
31
13
de TCI-technieken is met behulp van een farmacokinetisch model de vereiste infusiesnelheden te berekenen om een gewenste
plasmaconcentratie te bereiken. Op deze manier specificeert de gebruiker op basis van een klinisch inzicht in plaats van een
infusiesnelheid een "doel"-concentratie. Als beoogd wordt een bepaalde concentratie in het plasmacompartiment te bereiken, wordt dit
Wordt gebruikt voor schermnamen, opdrachten in de software, bedieningselementen en indicatoren
waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, bijvoorbeeld: Batterij-indicatielampje, PURGEREN,
AAN/UIT-toets.
Wordt gebruikt om naar andere documenten of handleidingen te verwijzen. Wordt ook gebruikt om iets
te benadrukken.
Belangrijke informatie: waar dit symbool staat, vindt u een belangrijke opmerking. Deze opmerkingen
belichten een gebruiksaspect dat de gebruiker zeker moet weten wanneer hij met de pomp werkt.
DISTRIBUTIE
EFFECT INTERACTIE GENEESMIDDEL
en Schwilden et al.
werd in de jaren '80 en begin van de jaren '90 het TCI-concept ontwikkeld, toen
2
3
1000DF00401 Uitgave 6
DOSIS
EXCRETIE
STOFWISSELING
PLASMACONCENTRATIE
BIOFASE CONCENTRATIE
RECEPTOR
Alaris® PK -spuitpomp
Over deze handleiding
(Afb. 2). Het doel van
10
3/48
1
,
12