10.14.2 Reinigen van de spuit bij een gevulde tank (werkonderbreking)
1.
Zuigzijde op spoelen schakelen.
→
Spoelwater wordt aangezogen, de roerwer-
ken sluiten.
Het omschakelen van spuiten/spoelen
kan ook via de knop op het bedie-
ningspaneel worden uitgevoerd.
Machines zonder DUS:
2.
Spuiten inschakelen.
→
Spuitleidingen en sproeiers worden met
spoelwater gereinigd.
3.
Spuiten uitschakelen.
Eventueel ook randsproeiers schakelen.
4. Pompaandrijving uitschakelen.
5.
Zuigzijde weer op spuiten schake-
len.
•
Tank, roerwerken zijn niet gereinigd!
•
De vloeistofconcentratie in de tank is
ongewijzigd.
Machines met DUS:
2. Wacht tot 2 liter spoelwater per meter
werkbreedte de leidingen heeft gespoeld.
3.
Spuiten kortstondig inschakelen,
voor reinigen van sproeiers.
4.
Sproeiers uitschakelen.
5. Pompaandrijving uitschakelen.
6.
Zuigzijde weer op spuiten schake-
len.
•
Tank, roerwerken zijn niet gereinigd!
•
De concentratie van de spuitvloeistof in
de tanks is veranderd.
ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17
Gebruik op het veld – Menu werk
73