7.4
Alarmgrenzen configureren
•
Alarmgrens voor niveau in I invoeren.
→
Bij het onderschrijden van de alarmgrens
tijdens het spuiten klinkt een signaal.
•
Minimale spuitdruk invoeren.
•
Maximale spuitdruk invoeren (< 15 bar).
→
Bij het spuiten buiten het ingevoerde druk-
bereik verschijnt een waarschuwingsmel-
ding.
•
Gewenst pomptoerental invoeren
•
Bovenste en onderste alarmgrens voor het
pomptoerental invoeren.
7.5
Pompaandrijving configureren
•
Pomptoerental spuiten
•
Pomptoerental zuigen
•
Pomptoerental roeren/reinigen
ISOBUS spuit BAG0104.9 06.17
Gebruikersprofiel
Alarmgrenzen
configureren
Niveau-alarmgrensw.
Minimale druk
Maximale druk
Gewenst pomptoerental
Alarmgrenzen pomp
Pomptoerental configureren
Pomptoerental
spuiten
Pomptoerental
zuigen
Pomptoerental
roeren/reinigen
l
bar
bar
1/min
%
+
―
%
1/min
1/min
1/min
21