Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco Reactor E-XP1 Bediening, Onderdelen, Reparatie pagina 25

Verberg thumbnails Zie ook voor Reactor E-XP1:
Inhoudsopgave

Advertenties

PROBLEEM
Onregelmatige slangtemperatuur.
De slang wordt niet warm.
De slangen in de buurt van de Reactor
zijn warm, maar de slangen verder
stroomafwaarts zijn koud.
Geen slangverwarming.
Lage slangverwarming.
313149ZAF
OORZAAK
Defecte thermokoppelaansluitingen.
De VTS is niet op de juiste wijze geïnstal-
leerd.
Ontbrekende of beschadigde isolatie rond
VTS, waardoor de slangverwarming voort-
durend AAN blijft.
De VTS werkt niet of maakt niet
goed contact.
De FTS is niet op de juiste wijze geïnstal-
leerd.
Alarmsignaal temperatuurregeling.
Kortgesloten aansluiting of defect slangver-
warmingselement.
Losse elektrische aansluitingen van slang.
Stroomonderbrekers zijn geactiveerd.
Slangzone niet ingeschakeld.
A- en B-richttemperaturen te laag.
Mislukte temperatuurregelingskaart.
A- en B-richttemperaturen te laag.
Richttemperatuur van de slang is te laag.
Stroming is te hoog.
Te lage stroom; VTS niet geïnstalleerd.
De verwarmingszone van de slang is niet
lang genoeg ingeschakeld.
Losse elektrische aansluitingen van slang.
Problemen opsporen en verhelpen
OPLOSSING
Controleer of alle VTS-aansluitingen goed vastzit-
ten en of de pennen van de connectoren schoon
zijn. Onderzoek de aansluiting van de thermokop-
pels met de lange groene plug op de besturing-
skaart van het verwarmingsapparaat. Koppel de
bedrading van de thermokoppel los en sluit ze
opnieuw aan, verwijder al het vuil. Koppel de
lange groene connector los en sluit deze opnieuw
aan.
De FTS moet geïnstalleerd zijn dicht bij het
uiteinde van de slang in dezelfde omgeving als
het pistool. Controleer de VTS-installatie, zie
pagina 46.
Zorg dat de slangenbundel over de hele lengte en
bij de koppelingen en aansluitingen goed is
geïsoleerd.
Controleer de VTS, zie pagina 46.
De FTS moet geïnstalleerd zijn dicht bij het
uiteinde van de slang in dezelfde omgeving als
het pistool. Controleer de VTS-installatie,
zie pagina 46.
Controleer het temperatuurdisplay of diagnos-
tische code, zie pagina 46.
Controleer de spanning tussen de connectoren
van elk deel van de slang terwijl de slangver-
warming aan staat en de richttemperatuur hoger
is dan de getoonde zonetemperatuur van de
slang.
De spanning moet incrementeel dalen voor elk
deel van de slang verder van de reactor.
Pas de veiligheidsvoorschriften toe als de leid-
ingverwarming ingeschakeld is.
Controleer de aansluitingen. Herstellen waar
nodig.
Schakel de stroomonderbrekers (CB1 of CB2)
weer in, zie pagina 33.
Druk op toets
voor zone
Controleer. Indien nodig verhogen.
Open de kast. Controleer of het lampje voor de
kaart knippert. Zo niet, controleer dan de
stroomaansluitingen om er zeker van te zijn dat
de kaart stroom heeft. Als de kaart stroom heeft
en het lampje knippert niet, vervang dan de kaart,
zie pagina 39.
Verhoog de A- en B-richttemperaturen. De slang
is ontworpen om de temperatuur te behouden,
niet om ze te verhogen.
Controleer. Indien nodig verhogen om warm
te houden.
Kleinere mengkamer gebruiken. De druk verla-
gen.
VTS installeren, zie bedieningshandleiding.
Laat de slang opwarmen, of verwarm de vloeistof
voor.
Controleer de aansluitingen. Herstellen waar
nodig.
.
24

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave