Trage E24-fouten
Trage E24-fouten treden op:
•
Tijdens het spuiten, gradueel drukverschil en
eventueel E24.
Oorzaken van trage E24-fouten
•
Een zijde van het pistool is gedeeltelijk geblokkeerd.
•
Pomp "A" of "B" op de reactor is defect.
•
Voedingspomp "A" of "B" is defect.
•
De druk van voedingspomp "A" of "B" is te hoog.
•
Inlaatscherm "A" of "B" is verstopt.
•
De slang is niet goed verwarmd.
•
Gebogen toevoerslang.
•
De bodem van het vat is beschadigd waardoor de
inlaat van de voedingspomp is geblokkeerd.
•
Het vat is niet goed ontlucht.
E25: Hoge lijnspanning
Toevoerspanning is te hoog. Controleer Reactor span-
ningsvereisten, zie pagina 76.
E26: Lage lijnspanning
Toevoerspanning is te laag. Controleer Reactor span-
ningsvereisten, zie pagina 76.
E27: Hoge motortemperatuur
1. Motortemperatuur is te hoog. Verlaag de druk, geb-
ruik een kleinere spuittip voor het pistool of ver-
plaats de reactor naar een koudere locatie. Laat de
machine één uur afkoelen.
2. Controleer de werking van de ventilator.
3. Controleer het ventilatorgebied op verstoppingen
waardoor er te weinig lucht doorstroomt; zorg
ervoor dat de motor/ventilatorkap is geïnstalleerd.
4. Zorg ervoor dat de eenheid draait met het frontdek-
sel gemonteerd.
5. Zorg ervoor dat de draad van de schakelaar voor
borstelslijtage/oververhitting op J7 (E-20/E-XP1) of
J6 (E-30/E-XP2) van de motorbesturingskaart is
aangesloten.
6. Zet de hoofdschakelaar uit en koppel de kabelboom
los van J7 (E-20/E-XP1) of J6 (E-30/E-XP2) op de
motorbesturingskaart en installeer een jumperkabel
313149ZAF
Diagnosecodes voor motorbesturing
op pennen 1 en 2. Zet de hoofdschakelaar opnieuw
aan.
Als E27 is verdwenen:
Als de E27-fout verdwenen is en de motor echt niet
oververhit is, dan kan het probleem in de motor/motork-
abelboom zitten. Meet de weerstand tussen de twee
gele draden die naar pennen 1 en 2 van de motorcon-
nector lopen. Als er een open verbinding is, is de ther-
mische overbelastingsschakelaar open of zit er een
gebroken draad binnen in de motor of in de motorkabel-
boom.
Als de E27-foutcode blijft bestaan, controleer dan
opnieuw of de pennen 1 en 2 correct zijn aangesloten.
Als ze goed zijn aangesloten, zit het probleem waarschi-
jnlijk in de motorbesturingskaart.
E28: Hoge stroomsterkte
in motor
Controleer de motorbesturingskaart:
1. Zet de hoofdschakelaar uit.
2. Koppel aansluiting J4 (E-20/E-XP1) J1
(E-30/E-XP2) op de motorbesturingskaart los.
3. Zet de hoofdschakelaar opnieuw aan.
4. Als de fout E28 niet is verdwenen , dan zit het prob-
leem in de motorbesturingskaart. Vervang de kaart,
page 35.
Controleer de motor:
1. Controleer of de motor vrij kan draaien.
2. Controleer de borstels op beschadiging.
3. Controleer of de spanning die naar de motor gaat in
orde is.
4. Controleer de motorconnector met drie draden
(geel, geel, oranje) op de motorkaart. Trek zacht
aan elke afzonderlijke draad om de losse draad
identificeren. Als u een draad eruit kunt trekken,
buig dan de vergrendeling aan het plooi-uiteinde,
steek de draad erin totdat deze goed zit en trek er
langzaam aan.
5. Als het probleem hierdoor niet is opgelost, vervang
dan de motor, page 34.
16