9 Instellingen
96
WGB-K EVO 28 i
Tijdstip legionella functie (1644)
Instellen van de begintijd voor de legionella-preventiefunctie. Met de
instelling --- wordt de legionellafunctie voor het eerst uitgevoerd, wanneer
de Tapw-verwarming ingeschakeld wordt.
Gew wrde legionella functie (1645)
Selecteren van de insteltemperatuur vereist voor het doden van de
bacteries.
Verblijfsduur legionella func (1646)
Met deze functie wordt de tijd ingesteld gedurende welke de instelwaarde
van de legionellafunctie geactiveerd is om ziektekiemen te doden.
Belangrijk
Als de koudere opslagtanktemperatuur stijgt boven de
instelwaarde legionella functie -1 K, wordt ervan uitgegaan dat de
instelwaarde legionella functie is gehaald en de timer begint te
lopen. Als de temperatuur ind e opslagtank daalt met meer dan
het schakelverschil +2K onder de Instelwaarde legionella functie,
moet opnieuw aan deze tijdsduur worden voldaan. Als er geen
tijdsduur ingesteld is, wordt meteen voldaan aan de tijdsduur,
wanneer de instelwaarde legionella functie wordt bereikt.
Circ pomp Legio functie (1647)
Aan: De circulatiepomp wordt ingeschakeld voor het geval dat de
legionellafunctie actief is.
Waarschuwing
Als de legionellafunctie actief is, bestaat er een risico van
verbranding aan de aftappunten.
Circ pomp vrijgave (1660)
Klokprogramma 3 / VG 3: De circulatiepomp wordt vrijgegeven in
overeenstemming met het tijdsprogramma 3 (zie prog. nr. 540 tot 556).
Tapwater vrijgave: De circulatiepomp wordt vrijgegeven als tapwater-
verwarming wordt vrijgegeven.
Klokprogramma 4 / Tapw: De circulatiepomp wordt vrijgegeven in
overeenstemming met het tijdsprogramma 4.
Klokprogramma 5: De circulatiepomp wordt vrijgegeven in
overeenstemming met het tijdsprogramma 5.
Circ pomp cyclus (1661)
Om energie te besparen, wordt de circulatiepomp 10 minuten lang
ingeschakeld en 20 minuten uitgeschakeld binnen de vrijgavetijd.
Gew wrde circulatie (1663)
Als sensor B39 in de tapwaterverdeelleiding is geplaatst, wordt
circulatiepomp Q4 ingeschakeld zodra de sensorwaarde onder de
ingestelde waarde daalt. De pomp draait dan gedurende 10 minuten of
langer op een vastgesteld debiet totdat de instelwaarde weer is bereikt. Er
is altijd een vast verschil van 8 K tussen de instelwaarde voor de
tapwateropslagtank en de instelwaarde voor sensor B39 (programma nr.
1663). De bedoeling hiervan is ervoor te zorgen dat de circulatie-
instelwaarde ook kan worden bereikt en de circulatiepomp niet voor
onbepaalde tijd blijft draaien.
Voorbeeld 1
Tapw-instelwaarde 55 °C (nominale instelwaarde)
Circulatie-instelwaarde: 45 °C
→ De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de sensorwaarde tot onder
een temperatuur van 45 °C is gedaald en de pomp ten minste 10 minuten
heeft gedraaid.
Voorbeeld 2
Tapw-instelwaarde 50 °C (nominale instelwaarde)
7701238 - 01 - 06092018