Inhoudsopgave
Advertenties
7701238 - 01 - 06092018
Voor vloerverwarmingssystemen en zuurstofdoorlatende leidingen, is
een systeemscheiding vereist tussen de warmtegenerator en andere
delen van het systeem die blootstaat aan corrosie.
Verwarmingssystemen waarin een BRÖTJE hoogrendementsketel wordt
geïnstalleerd moeten worden ontworpen als een gesloten
verwarmingssysteem met diafragma expansievat in overeenstemming
met DIN EN 12828.
Het rechtstreeks aansluiten van een BRÖTJE warmtegenerator op een
"open" verwarmingssysteem is niet toegestaan. Hier moet ook een
systeemscheiding worden toegepast. In "open" systemen wordt, door
het contact met de buitenlucht, in die mate zuurstof opgenomen dat er
corrosie ontstaat in het verwarmingssysteem. Bovendien gaat er veel
energie verloren via het "open" expansievat. Zwaartekrachtsystemen
met een "open" expansievat voldoen niet aan de huidige stand van de
techniek.
5.2.4
Eisen aan verwarmingswater
Opgelet
Let op de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van het
verwarmingswater.
De eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater zijn in de
afgelopen tijd strenger geworden naarmate de
systeemomstandigheden wijzigen:
Verminderde warmtevraag.
Gebruik van cascades in grotere gebouwen.
Toegenomen gebruik van buffercilinders in combinatie met
thermische zonne-energie en ketels op vaste brandstof.
Stroomopwekkende verwarmingssystemen.
Opslagtank oplaadsystemen en dergelijke.
De focus is altijd gericht op het ontwerpen van systemen die
gegarandeerd betrouwbaar en storingsvrij kunnen werken tijdens
hun gehele levensduur.
De volgende eisen worden gesteld aan de kwaliteit van het
verwarmingswater in het gehele circuit, en zijn gebaseerd op VDI-richtlijn
2035 bladen 1 en 2. In geval van renovatiewerkzaamheden, is het niet
voldoende om alleen gedeeltelijke secties te vullen volgens VDI 2035.
De pH van het verwarmingswater moet tussen 8,2 en 9,0 zijn tijdens de
werking. Aan het verwarmingswater kan een corrosieremmer worden
toegevoegd. Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Het water mag geen vreemde bestanddelen bevatten, zoals
lasdruppels, roestdeeltjes, ketelsteen, drab of andere stoffen die kunnen
neerslaan. Tijdens de inbedrijfstelling dient het systeem te worden
gespoeld totdat er schoon water uit komt. Als het systeem wordt
gespoeld moet ervoor worden gezorgd dat het water niet door de
warmtewisselaar van de warmtegenerator stroomt, dat de
radiatorthermostaten worden verwijderd en dat de klepinzetten op het
maximale debiet worden ingesteld.
In het algemeen kan gezegd worden dat drinkwaterkwaliteit voldoende is,
maar gecontroleerd moet worden of het drinkwater in het systeem
geschikt is voor het vullen voor wat betreft de hardheid en
water hardheidsgrafiek ). Als dit niet het geval is,
waterbestanddelen (zie
zijn verschillende maatregelen mogelijk.
5 Voor de installatie
WGB-K EVO 28 i
25
Advertenties
Inhoudsopgave
