9 Instellingen
Afb.34
Voorbeeld van twee verschillende
sensorkarakteristieken
l/min
F2
F1
E1
112
WGB-K EVO 28 i
De regelaar ontvangt een spanningssignaal (0 10 V DC) als een signaal
voor de wens van de gebruiker. De bijbehorende doelwaarde wordt
berekend via de lineaire kromme, die wordt vastgelegd via twee vaste
punten (ingangswaarde 1 = 0 V / functiewaarde 1 = 0 en ingangswaarde 2
= 10 V / functiewaarde 2 = 1000). Als het ingangssignaal de grenswaarde
van 0,15 V niet bereikt, dan wordt het warmteverzoek ongeldig en
daarmee niet effectief.
Frequentie waarde 1 H4 (5973), Functiewaarde 1 H4 (5974),
Frequentie waarde 2 H4 (5975) en Functiewaarde 2 H4 (5976)
l/min Stromingssnelheid in liter/minuut
Hx Ingangswaarde naar Hx
E1 Ingangswaarde 1 [Hz]
F1 Functiewaarde 1
E2 Ingangswaarde 2 [Hz]
F2 Functiewaarde 2
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling gebeurt met parameterparen voor de waarden van de functie en
van de frequentie. Bij het instellen van de Debietmeting Hz wordt een
frequentiewaarde in plaats van de spanningswaarden gebruikt. De
regelaar ontvangt een signaal voor de gemeten stromingssnelheid. De
bijbehorende stromingssnelheid wordt berekend via de lineaire kromme,
die wordt vastgelegd via twee vaste punten (ingangswaarde 1/
functiewaarde 1 en ingangswaarde 2/functiewaarde 2).
E2
Hx [Hz]
RA-0000926
Functie uitgang P1 (6085)
Bij uitgang P1 kan een toerentalsignaal worden afgegeven voor de
volgende pompen:
Geen | Ketelpomp Q1 | Tapwaterpomp Q3 | Tapw T'medium pomp Q33 |
Verw circ pomp VG1 Q2 | Verw circ pomp VG2 Q6 | Verw circ pomp VG3
Q20 | Collectorpomp Q5 | Solarpomp ext wiss K9 | Solarpomp buffer K8 |
Solarpomp zwembad K18
Correctie buitentemp opn (6100)
Instellen van een correctiewaarde voor buitensensor.
Gebouwtijdconstante (6110)
De hier ingestelde waarde heeft invloed op de rectiesnelheid van de
aanvoerinstelwaarde in geval van schommeledne buitentemperaturen in
functie van het gebouwontwerp.
Voorbeeldwaarden (zie ook Snelle terugzet):
40 voor gebouwen met dikke muren of buitenisolatie.
20 voor gebouwen met een normaal bouwontwerp.
10 voor gebouwen met een licht bouwontwerp.
Voor meer informatie, zie
Snelle terugzet (780, 1080, 1380), pagina 90
Inschakeloptimalisering max (790, 1090, 1390) en
Uitschakeloptimalisering max (791, 1091, 1391), pagina 91
Centrale gew wrde beïnvl (6117)
De centrale instelwaarde-leiding stelt de instelwaarde van de
warmteproducent in op de vereiste centrale doorstromingstemperatuur.
Met de instelling is de maximale correctie beperkt, zelfs wanneer er een
grotere aanpassing vereist mocht zijn.
Vorstbev installatie (6120)
De verwarmingskringpomp wordt aangestuurd zonder warmteopvraag
naargelang de buitentemperatuur. Indien de buitentemperatuur de
onderste grenswaarde van -4°C bereikt, wordt de verwarmingskringpomp
ingeschakeld. De pomp wordt om de 6 uur gedurende 10 minuten
7701238 - 01 - 06092018