6.5
Elektrische aansluitingen
7701238 - 01 - 06092018
De uitlaatgaspijpleidingen in de buitenmuur moeten tenminste één
reinigingsopening in het onderste gedeelte van het uitlaatgassysteem
hebben. Voor uitlaatgassystemen in gebouwen met een hoogte van
minder dan < 15.00 m in het verticale gedeelte, een pijpleidinglengte van
minder dan 2,00 m in het horizontale gedeelte en een maximale
leidingdiameter van 150 mm met een maximale afbuiging (met
uitzondering voor de afbuiging direct bij de ketel en in de as) is één
reinigings- en inspectie-opening in de installatieruimte van de WGB-K
EVO voldoende.
De toevoeropeningen voor het uitlaatgassysteem mogen geen andere
openingen hebben dan de noodzakelijke reinigings- en inspectie-
openingen en de openingen voor de ventilatie van de uitlaatgaspijp.
6.5.1
Elektrische aansluiting (algemeen)
Gevaar voor elektrische schok
Gevaar door ondeskundige uitvoering!
Alle werkzaamheden in verband met de installatie mogen
uitsluitend uitgevoerd worden door een gediplomeerd elektricien.
Elektrische aansluiting AC 230 V +6% -10%, 50 Hz
In Duitsland moeten de VDE 0100 en plaatselijke regels tijdens de
installatie worden nageleefd; in alle andere landen gelden de plaatselijke
regels.
De elektrische aansluiting moet met de correcte en niet verwisselbare
poolaansluiting worden uitgevoerd. In Duitsland kan de aansluiting worden
uitgevoerd als stekker en doos-verbinding met niet verwisselbare
poolaansluiting of als vaste aansluiting. In alle overige landen moet dit een
vaste aansluiting zijn.
Voor de voedingsspanning moet de aan de ketel bevestigde stroomkabel
worden gebruikt of het kabeltype H05VV-F 3 x 1 mm
aardingskabel moet bij de aansluiting langer zijn, om zo te garanderen dat
deze aansluiting de laatste kabel is die in geval van een risico kan breken.
Wij adviseren het installeren van een meerpolige hoofdschakelaar vóór de
WGB-K EVO. Deze moet alle polen isoleren en een contactscheiding van
ten minste 3 mm bieden.
Alle aangesloten componenten moeten voldoen aan VDE-richtlijnen. Pas
altijd een trekontlasting toe bij aansluitkabels.
Kabeltypes
Gevaar voor elektrische schok
Levensgevaar! Gevaar voor verwondingen of levensgevaar door
elektrische schok!! Het gebruik van starre kabels (bijv. NYM) is
niet toegestaan vanwege het risico van kabelschade! Enkel
soepele elektrische bekabeling is toegelaten voor de elektrische
voeding, bijvoorbeeld kabel H05VV-F en voor de aansluiting van
voelers en buskabels bijvoorbeeld kabels LIYY.
6.5.2
Kabellengten
Bus-/sensorlijnen hebben geen elektrische voeding, maar
veiligheidslaagspanning. Deze mogen niet parallel met de
netvoedingskabels lopen (stoorsignalen). Anders moeten er geïsoleerde
kabels worden geïnstalleerd.
Toegestane leidinglengte.
Cu-kabel tot 20 m: 0,8 mm
Cu-kabel tot 80 m: 1 mm
Cu-kabel tot 120m: 1,5 mm
Kabeltypes : bv. LIYY of LiYCY 2 x 0.8
2
2
2
2
WGB-K EVO 28 i
6 Installatie
2
of 3 x 1,5 mm
. De
51