8 Werking
Afb.22
Voorbeeld van de restopvoerhoogte
8
100%
7
6
5
4
60%
50%
3
40%
2
30%
20%
10%
1
0%
0
0
Rfh Restopvoerhoogte
62
WGB-K EVO 28 i
De pomp binnenin de ketel wordt geactiveerd door parameter 2320 (Pomp
modulatie) met de modulatie-instelling "Vraag". Dat wil zeggen dat er,
afhankelijk van de warmtevraag, wordt gewisseld tussen de instelling
minimale en maximale pompsnelheid. De pomp probeert om zo weinig
mogelijk energie te gebruiken voor de vraag van het verwarmingscircuit.
500
1000
900
Wms [kg/h]
1. Parameter 883 (Max pomptoerental)
De max. pompsnelheid resulteert uit het ontwerp van de
volumestroom en de restopvoerhoogte op dat punt (zie afb.).
Tab.21
Ontwerp volumestroom
Systeemweerstand op het ontwerppunt
=> max. snelheid (aflezen)
=> instelling parameter 883
2. Parameter 882 (Min pomptoerental)
2.1. Verwarmingssystemen met radiatoren
De minimale pompsnelheid voor verwarmingssystemen met
radiatoren is, conform de grafiek (zie afb.), het resultaat van de
systeemweerstand bij een volumestroom van 0 l/h.
2.2. Voerverwarmingssystemen
De minimale pompsnelheid voor vloerverwarmingssystemen
resulteert uit 75% van de maximale pompsnelheid.
Voor meer informatie, zie
Restopvoerhoogte WGB-K EVO, pagina 18
1500
2000
Wms Waterdebiet
Voorbeeld (afb.)
Tab.22
Voorbeeld (afb.)
Systeemweerstand op het ontwerp
punt
=> min. snelheid (aflezen)
=> instelling parameter 882
Tab.23
Voorbeeld (niet afgebeeld)
=> max. snelheid (aflezen)
=> min. snelheid (aflezen)
=> instelling parameter 882
2500
RA-0000428
900 l/h
19 kPa (1,9 mWS)
50%
50%
19 kPa (1,9 mWS)
30%
30%
50%
0,75 * 50% = 37,5%
37%
7701238 - 01 - 06092018