3
Scherpstellen en opnamefuncties
Autofocusstand selecteren
Deze camera beschikt over drie autofocusstanden: S-AF, C-AF, en MF.
U kunt foto's maken door de S-AF- of C-AF-functie met de MF-functie te combineren.
Directe knop
Superbedieningspaneel
Instellingenvenster
S-AF
:
C-AF
:
MF
:
S-AF+MF :
C-AF+MF :
S-AF (één keer scherpstellen)
Zodra u de ontspanknop indrukt, stelt de camera één keer scherp.
Als het scherpstellen mislukt, laat u de ontspanknop los en drukt u deze nogmaals half in.
Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of nauwelijks bewegende
onderwerpen.
Druk de ontspanknop half in.
• Zodra de camera heeft scherpgesteld, stopt het AF-teken
met knipperen.
• U hoort een pieptoon zodra de camera klaar is met
scherpstellen.
AF+j
i p: [AF MODE]
Zoeker
AF-knop
MENU-knop
Bedieningspaneel
AF-teken
k
j
i-knop
Zoeker
3
53
NL