Flitsersynchronisatie en sluitertijd
Stand
Fotograferen
1/ (brandpuntsafstand
P
van lens × 2) of
synchronisatiemoment,
waarbij de traagste
A
waarde voorrang heeft
S
De ingestelde sluitertijd
M
*1 Kan worden gewijzigd met het menu: 1/60 – 1/250 g"#X-SYNC." (blz. 112)
*2 Kan worden gewijzigd met het menu: 30 – 1/250 g"#SLOW LIMIT" (blz. 112)
Waarschuwingsindicatie belichting
Als de camera de juiste belichting niet kan instellen als u de ontspanknop half indrukt,
knippert de indicatie in de zoeker en op het superbedieningspaneel.
Stand
Waarschuwings-
Fotogra-
indicatie (knippert)
feren
P
A
S
* Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens
en de brandpuntsafstand van de lens.
Flitsmoment
synchronisatiemoment
Het onderwerp is te donker.
Het onderwerp is te helder.
Het onderwerp is onderbelicht.
Het onderwerp is overbelicht.
Het onderwerp is onderbelicht.
Het onderwerp is overbelicht.
Bovengrens van
*1
1/250
Status
• Verhoog de ISO-waarde.
• Gebruik de flitser.
• Verlaag de ISO-waarde.
• Gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
licht te beperken.
• Verlaag de diafragmawaarde.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Verhoog de diafragmawaarde.
• Verlaag de ISO-waarde of
gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
licht te beperken.
• Kies in dit geval een langere
sluitertijd.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Kies een snellere sluitertijd.
• Verlaag de ISO-waarde of
gebruik een in de handel
verkrijgbaar grijsfilter
(ND-filter) om de hoeveelheid
licht te beperken.
Vast moment als flitser
*2
flitst
1/60
k
Actie
13
141
NL