Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert
Deze onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
AF-teken gaat branden
maar het onderwerp
is niet scherpgesteld.
Stel altijd scherp op iets dat een hoog contrast heeft en zich op dezelfde afstand als het
onderwerp bevindt, bepaal de compositie en neem de foto.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is.
Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet
helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g"Verwisselbare lenzen" (blz. 138)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement. Voer
[PIXEL MAPPING] uit. Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een
paar keer. g"Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties" (blz. 135)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's
als de pendelknop gebruikt wordt.
• Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen
• Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [j] en [NOISE REDUCT.], enz.
Wanneer de scherpstelling niet kan worden verkregen met Imager AF
Wanneer u een andere lens gebruikt dan een high-speed Imager AF-compatibele lens, is de
scherpstelling afhankelijk van het onderwerp soms moeilijk. Door [PD AFL] op [ON] te zetten
in het Custom Menu, kunt u faseverschil-AF gebruiken tijdens live bekijken door op de AFL/
AEL-knop te drukken g"PD AFL" (blz. 103). Voor meer informatie over de high-speed
Imager AF-compatibele lens gaat u naar de website van Olympus.
Cameratrilling terwijl de camera uitgeschakeld is
De reden hiervoor is dat de camera het mechanisme van de beeldstabilisator initialiseert.
Zonder deze initialisering kan de beeldstabilisator niet goed werken.
Object met weinig
contrast
Onderwerpen op
verschillende afstanden
Extreem fel licht in
het midden van het beeld
Snel bewegende
objecten
Een onderwerp
met patronen
die zich herhalen
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied
12
131
NL